De kosten en uitgaven voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) vallen vanaf 2016 onder de S&O-afdrachtvermindering. Nu vallen die nog onder de Research & Developmentaftrek (RDA).
Deze verandering is volgens het kabinet nodig omdat de huidige RDA een aantal nadelen heeft. Zo hebben bedrijven vooraf geen zekerheid over het exacte fiscale voordeel en kunnen ze het pas na afloop van het investeringsjaar verzilveren. Ook kunnen ze het niet inboeken als gegarandeerde kostenverlaging vanwege internationale accountingregels. De RDA wint aan effectiviteit door het fiscale voordeel niet langer via de winstbelasting, maar via de loonheffing te verrekenen. Daardoor wordt ook de verzilvering van de regeling verbeterd. Daarnaast is de regeling op onderdelen vereenvoudigd.
 
Vanaf 2016 is toepassing niet langer afhankelijk van het aantal S&O-uren in de aanvraag. Bedrijven kunnen kiezen of ze het forfait willen toepassen. Die keuze geldt voor het hele kalenderjaar. Onder de geïntegreerde regeling geldt tot 1800 S&O-uren een forfait van €10 per uur en daarboven van € 4 per uur. In de RDA was het forfait slechts toepasbaar voor maximaal 1800 S&O-uren op jaarbasis.
 
Verder blijft het mogelijk om aan eigen S&O gerelateerde kosten en uitgaven op te voeren, die worden gemaakt door een ander lichaam. Dat andere lichaam moet wel deel uitmaken van dezelfde fiscale eenheid als de S&O-inhoudingsplichtige.

Overgangsregeling

S&O-uitgaven van € 1 miljoen of meer moeten verplicht in vijf jaar worden opgevoerd. Voor de zogenoemde nog openstaande S&Ouitgaven uit de huidige RDA geldt een overgangsregeling. Deze kunnen voor de nog resterende kalenderjaren, voor een evenredig deel worden opgevoerd onder de geïntegreerde regeling.

Opzet S&O-afdrachtvermindering vanaf 2016

Voor 2016 zijn deze wijzigingen voorgesteld:
  • De voordeelpercentages van de 2 schijven worden 32 en 16% (in 2015 35% en 14%). Dit is afhankelijk van de totaal gemaakte S&O-kosten.
  • De grens tussen de 1e en de 2e schijf ligt bij € 350.000 (in 2015 € 250.000) aan gemaakte kosten.
  • Het verhoogde starterspercentage van de 1e schijf blijft bestaan en gaat van 50% naar 40%.

Geen S&O-afdracht voor 2 soorten werk

De volgende werkzaamheden komen niet meer in aanmerking voor de S&O-afdrachtvermindering:

  • systematisch opgezette analyses van de technische haalbaarheid van het zelf verrichten van het speur- en ontwikkelingswerk;
  • uitvoeren van technisch onderzoek naar een substantiële wijziging van de productiemethode (bij productieprocessen) of naar een modellering van processen (bij programmatuur).

Zie de bijlagen hieronder voor het integrale Belastingplan 2016.

Lees ook de V-N Vandaag samenvattingen van het Belastingpakket 2016:

Bron: Ministerie van Financiën

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Vennootschapsbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2015

0

Gerelateerde artikelen