Belastingplichtigen die het niet eens zijn met een belastingaanslag en daartegen in beroep gaan bij de rechtbank hebben de meeste kans in het gelijk te worden gesteld bij Rechtbank Noord-Nederland. Dat blijkt uit een rapport van financiële en zakelijke dienstverlener Deloitte.
Deloitte heeft ruim 34.000 belastingzaken geanalyseerd. Hieruit blijkt dat het percentage zaken tussen een belastingplichtige en de Belastingdienst waarbij de belastingplichtige in het gelijk wordt gesteld het hoogst is bij Rechtbank Noord-Nederland, namelijk 55%. Bij Rechtbank Den Haag wordt slechts in 34% van de zaken de belastingplichtige in het gelijk gesteld.
Het onderzoek laat zien dat er een dalende trend is ten aanzien van zaken waarin belastingplichtigen in het gelijk worden gesteld. In de periode vanaf 1995 werd gemiddeld genomen in 45% van alle zaken de belastingplichtige in het gelijk gesteld. In 2019 lag dit percentage gemiddeld nog maar op 36%.
Ook per rechter kunnen de verschillen groot zijn. Er zijn rechters waarbij een zaak in het voordeel van de belastingplichtige wordt beslist op een percentage ligt van 66%, terwijl dit percentage bij andere rechters slechts 22% is. Overigens hebben belastingplichtigen er geen invloed op bij welke rechtbank hun zaak wordt behandeld. Als er beroep wordt aangetekend tegen een beslissing van de Belastingdienst dan wordt het beroep behandeld in de regio waar de belastingplichtige woont.
"De verschillen die we hebben gevonden, zijn een probleem", zegt Michel Schrauwen partner bij Deloitte en verantwoordelijk voor het onderzoek tegen het FD. "De Belastingdienst en de rechterlijke macht gaan er bij disputen van uit dat er een uniform beleid is, dat rechters objectief en hetzelfde beslissen. Dat is ook de verwachting van burgers die naar de rechter stappen."
Bron: FD
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Bronbelasting