Een dochter aanvaardt de nalatenschap van haar vader onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiaire aanvaarding). Zij aanvaardt tevens de begunstiging op een nabestaandenlijfrente. De lijfrente kwalificeert als (quasi)legaat waardoor de uitkeringen in de vereffening moeten worden betrokken.

De zaak (Hof Arnhem-Leeuwarden 24 februari 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:1357) verloopt als volgt. Een man wijst in zijn testament zijn beide dochters aan als enig erfgenaam. De man komt eind 2010 te overlijden. De dochters zijn dan 15, respectievelijk 18 jaar oud. Zij aanvaarden de nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving. De dochters vragen de notaris op te treden als boedelnotaris. In 2013 wordt de vereffening opgeheven. De kosten van vereffening bedragen € 17.502. De notaris kan zijn vordering op de nalatenschap bij gebrek aan baten niet innen.

Naderhand blijkt dat de man twee gerichte lijfrenteverzekeringen heeft gesloten. Zijn jongste dochter is enig begunstigde voor de bij overlijden verzekerde kapitalen van in totaal € 41.765. Zij ontvangt vanaf oktober 2011 iedere drie maanden een netto nabestaandenlijfrente-uitkering van € 453.

De notaris stelt dat de lijfrente kwalificeert als (quasi)legaat waardoor de uitkeringen in de vereffening moeten worden betrokken. De dochter is het daarmee niet eens en stelt dat haar begunstiging gezien moet worden als het voldoen aan een natuurlijke verbintenis dan wel onderhoudsverplichting van haar vader. Omdat zij er niet in slaagt dat voldoende aannemelijk te maken, wordt de notaris door de rechtbank in het gelijk gesteld. Het hof is het daarmee eens.

Belang voor de praktijk

De dochter verkrijgt door aanvaarding van de begunstiging van de lijfrenteverzekering een direct vorderingsrecht op de verzekeraar. Zij verkrijgt dit recht niet via de nalatenschap van haar vader. Dit staat bekend als de 'leer van het zelfstandig recht'. Toch wordt de lijfrente betrokken in de afwikkeling van de nalatenschap van vader. Dat heeft te maken met een regeling in het erfrecht waarbij de verkrijging van de lijfrente gelijk gesteld wordt met de verkrijging van een legaat. Die regeling is niet van toepassing als er sprake is van een (natuurlijke) verbintenis anders dan uit schenking. Op die uitzondering beroept de dochter zich.

Als erfgenaam heb je de keuze om een nalatenschap zuiver te aanvaarden, beneficiair te aanvaarden of te verwerpen. Als minderjarige kinderen erven, dan is zuivere aanvaarding uitgesloten en kan alleen verworpen worden met machtiging van de kantonrechter. Wordt er niet binnen drie maanden verworpen, dan gaat de wet uit van beneficiaire aanvaarding. In dit geval pakt de beneficiaire aanvaarding per saldo financieel niet goed uit. Als de dochter meerderjarig was geweest en de erfenis had verworpen, dan waren de vereffeningskosten niet gemaakt en had de dochter haar lijfrente niet hoeven te gebruiken voor betaling van de notaris.

Bij twijfel over de vraag of de boedel positief is, is beneficiaire aanvaarding toch de voor de hand liggende keuze. Het privé-vermogen van de erfgenaam wordt daarmee immers beschermd tegen eventuele schuldeisers. Bij directe verwerping moet men zich realiseren dat daarmee definitief afstand gedaan wordt van alle bezittingen van de overledene, dus ook van de dierbare bezittingen met grote emotionele waarde. Lees ook het artikel over onverwachte schulden uit erfenissen.
 

 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Erfrecht

65

Gerelateerde artikelen