"Het uitwisselen van toezichtgegevens en het verstrekken van inlichtingen tussen bestuursorganen, moet plaatsvinden aan de 'keukentafel' van de burger of het bedrijf. Nu worden betrokkenen niet gekend, wanneer de Belastingdienst gegevens aan andere bestuursorganen verstrekt. Dat zou wel het geval moeten zijn." Dat stelt Marcel Snippe, die vrijdag aan de Erasmus Universiteit Rotterdam zijn proefschrift verdedigde over een veilige haven voor de fiscale informatierijkdom.
Marcel Snippe werkt bij de Belastingdienst en deed zijn promotie-onderzoek voor het project modern toezicht (Rotterdam School of Management, RSM) over de toezichtsbevoegdheden van de Belastingdienst en andere toezichthouders.
De Belastingdienst heeft enorme hoeveelheden data verzameld op basis van verstrekkende verplichtingen van belastingplichtigen. Bestuursorganen willen die fiscale informatierijkdom maar al te graag delen, zo schrijft Snippe. "De 'informatiefabriek' Belastingdienst nadert daardoor haar capaciteitsgrenzen voor het vergaren van fiscale gegevens. Is de informantenrol van de Belastingdienst wel te verenigen met zijn wettelijke taak? En hoe zit het met de geheimhoudingsplicht?", zo vroeg Snippe zich af.
De Belastingdienst heeft een unieke positie door een collectieve verantwoordelijkheid voor burgers en bedrijven voor het heffen en innen van belastingen. Die wettelijke taak is van groot belang, aldus de promovendus, en vraagt om een brede maatschappelijke transparantie van burgers en bedrijven. Vertrouwen in de Belastingdienst is daarbij essentieel en mag niet worden beschaamd.
Gegevens en inlichtingen die burgers en bedrijven ook aan andere toezichthouders moeten verstrekken (functioneel equivalente gegevens), kunnen echter wel gedeeld worden. Maatschappelijk gezien kunnen andere, zeer zwaarwegende belangen bestaan die de Belastingdienst ertoe nopen om zelfs exclusief fiscale gegevens te delen met anderen. Naast een wettelijke verplichting zijn daarvoor transparantie en waarborgen evenwel noodzakelijk.
Snippe concludeert dat het huidige kader voor het rechtvaardig delen van gegevens op onderdelen tekortschiet. In zijn proefschrift doet hij aanbevelingen voor wijziging in wet- en regelgeving. Het uitgangspunt moet zijn dat het uitoefenen van de taak als belastinginspecteur - vanuit zijn historisch gefundeerde rol als 'financieele biechtvader' - gepaard gaat met een strikte geheimhouding.
Met zijn aanbevelingen hoopt Snippe een bijdrage te leveren aan het rechtvaardig integreren van fiscale gegevens in het rijksbrede toezicht en een verdere harmonisatie van bevoegdheden zonder concessies te doen aan het fiscale vertrouwen.
Bron: Erasmus Universiteit
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Bronbelasting