Medio 2011 is de overdrachtsbelasting tijdelijk verlaagd van 6 % naar 2 %. Een jaar later werd dit lagere percentage permanent gemaakt. Daarmee ging een lang gekoesterde wens van Vereniging Eigen Huis in vervulling. Althans gedeeltelijk. Want hoewel we heel blij zijn met het lagere percentage, vinden we eigenlijk dat de overdrachtsbelasting geheel moet worden afgeschaft. Daarvoor zijn twee belangrijke redenen, een oude en een nieuwe.
Ten eerste is en blijft het een verhuisboete. Weliswaar is de boete lager dan vroeger, maar verhuizen wordt nog steeds ontmoedigd. Als je een huis koopt van € 250.000 word je aangeslagen voor € 5.000. Vriend en vijand zijn het erover eens dat dit de doorstroming op de woningmarkt afremt: zowel van het ene naar het andere koophuis (voor veel mensen toch al lastig vanwege een restschuld) als van huur naar koop.
Ten tweede is er anno 2014 een nieuwe reden bijgekomen om de overdrachtsbelasting af te schaffen. Namelijk het kabinetsbeleid om de maximale hoogte van nieuwe hypotheken stapsgewijs te verlagen ten opzichte van de woningwaarde. De maximale loan-to-value (LTV) bedraagt dit jaar 104 % en neemt af naar 100 % in 2018. Terwijl de aanschafkosten van een woning gemiddeld uitkomen op 106 %, vanwege zaken als notariskosten, hypotheekadvies, en... inderdaad: de overdrachtsbelasting.
Als je als regering wilt dat nieuwe huiseigenaren zich minder diep in de schulden steken, dan is het niet logisch om het kopen van een huis juist duurder te maken door zelf 2 % op de prijs te leggen. Anders gezegd: als starters een steeds groter bedrag vooraf bij elkaar moeten sparen voordat zij een huis kunnen kopen, dan is het wel prettig dat dit zich vertaalt in een lagere hypotheek. En niet in een belastingafdracht van 2 % van de woningwaarde.
In 2011 en 2012 heeft het kabinet er heel goed aan gedaan de overdrachtsbelasting fors te verlagen. Nu wordt het tijd voor de volgende stap: totale afschaffing ervan.
Bron: Vereniging eigen huis
3