De Bond voor Belastingbetalers bekijkt de komende weken of de uitspraak van de Hoge Raad over het niet haalbare fictieve rendement van 4% op spaargeld in 2013 en 2014 moet worden voorgelegd aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

De conclusie van de Hoge Raad dat het fictieve rendement van 4% op spaartegoeden in 2013 en 2014 niet haalbaar was zonder risico’s te nemen leidt niet direct tot een belastingteruggaaf. Het is aan de Belastingdienst om te beoordelen of er in individuele gevallen sprake is van een buitensporig zware last. Als er sprake is van een buitensporig zware last is de heffing in strijd met het Europees recht. Dit soort individuele toetsen vallen echter buiten het bereik van de gevoerde massaalbezwaarprocedure. De deelnemers aan de massaalbezwaarprocedure kunnen dus geen mogelijke belastingteruggave tegemoet zien. Alleen voor individuele bezwaarmakers zal de buitensporig zware last toets nog tot een mogelijke belastingteruggave kunnen leiden.

Desondanks heeft de Bond verheugd gereageerd op de uitspraak van de Hoge Raad. De Bond is vooral blij dat de Hoge Raad heeft aangegeven dat het fictieve rendement van 4% over spaartegoeden op stelselniveau eigenlijk niet klopt. De Bond ziet dit als een aansporing voor de Tweede Kamer en het kabinet om de herziening van box 3 – zoals vastgelegd in het regeerakkoord Rutte 3 – in hoog tempo te realiseren. Tevens buigt de Bond voor Betalers zich over de vraag wat dit arrest betekent voor de box 3-heffing in de aangifte inkomstenbelasting 2015 en 2016.

Belastingdienst

De Belastingdienst heeft op zijn website gereageerd op de uitspraak: "De dienst bestudeert deze uitspraak van de Hoge Raad. De BelastingTelefoon kan u hier nu geen informatie over geven. Zodra we weten hoe we vervolg geven aan de uitspraak, informeren we u via onze website."

Bron: ABP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

Carrousel: Carrousel

21

Gerelateerde artikelen