COELO: Onzichtbare precariobelasting verstoort zicht op lokale lasten
7 april 2015
Huishoudens moeten een goede afweging kunnen maken tussen de belastingdruk en voorzieningenniveau in de gemeente. Goed zicht op de hoogte van de lokale lasten is daarvoor onontbeerlijk. Doordat veel gemeenten precariobelasting heffen op leidingen van nutsbedrijven wordt dat zicht vertroebeld. Dat blijkt uit onderzoek van Corine Hoeben van COELO.
De Hoge Raad oordeelt conform eerdere jurisprudentie dat de differentiatie in vergoeding tussen belasting- en premiezaken enerzijds en overige zaken anderzijds discriminerend is.
Hof Den Haag oordeelt dat de opbrengstlimiet voor de leges omgevingsvergunning ondanks forse verschillen tussen ramingen en realisatie niet is overschreden.
De Fiscale verzamelwet 2026 is in het Staatsblad gepubliceerd en treedt in beginsel in werking op 1 januari 2026, waarbij voor enkele bepalingen terugwerkende kracht naar een eerdere datum geldt.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat belastingplicht voor toeristenbelasting enkel afhangt van inschrijving in de BRP. Omdat verblijfhouders in 2022 en 2023 niet waren ingeschreven, blijft X BV belastingplichtig.
De Hoge Raad vermindert de aanslagen berekend naar de waarde van de onroerende zaken zoals deze volgt uit de WOZ-beschikkingen, en naar het direct voorafgaand aan 2021 geldende tarief voor eigenaren van niet-woningen. Over de aan X BV toekomende proceskostenvergoeding hebben partijen inmiddels zelf al een compromis bereikt.
Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting rechtsgeldig is bekendgemaakt via de digitale berichtenbox van MijnOverheid. X draagt het risico van het niet inschakelen van e-mailnotificaties.
Hof Den Haag oordeelt dat de verschuiving van de bewijsregels uit het arrest-Oostflakkee (HR 14 oktober 2005, 40299, BNB 2005/378, V-N 2005/54.23) over de verdeling van de bewijslast in WOZ-zaken niet analoog toepasbaar is op geschillen over de heffingsmaatstaf van een leges omgevingsvergunning. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Hof Den Haag oordeelt dat het afvalstoffenheffing-tarief 2022 van de gemeente Zoetermeer voor eenpersoonshuishoudens niet onevenredig hoog is in vergelijking met het tarief voor meerpersoonshuishoudens. Er is geen schending van het gelijkheidsbeginsel. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Als de landelijke BTW-verhoging op hotelovernachtingen in 2026 niet leidt tot een daling van het aantal toeristenovernachtingen in Amsterdam, denkt het stadsbestuur erover het jaar erna de toeristenbelasting verder te verhogen. Dat staat in een raadsvoorstel van wethouder Mbarki van Economische Zaken.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X met haar mantelzorgwoning een zelfstandig perceel en woonruimte gebruikt, waardoor gemeentelijke en waterschapsheffingen terecht zijn opgelegd. Het hof verwerpt het standpunt dat sprake is van één gezamenlijke huishouding met haar dochter.