COELO: Onzichtbare precariobelasting verstoort zicht op lokale lasten
7 april 2015
Huishoudens moeten een goede afweging kunnen maken tussen de belastingdruk en voorzieningenniveau in de gemeente. Goed zicht op de hoogte van de lokale lasten is daarvoor onontbeerlijk. Doordat veel gemeenten precariobelasting heffen op leidingen van nutsbedrijven wordt dat zicht vertroebeld. Dat blijkt uit onderzoek van Corine Hoeben van COELO.
Hof Amsterdam oordeelt dat de grote stijging van het tarief van de precariobelasting niet leidt tot een onverbindende verordening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Rechtbank Amsterdam oordeelt dat een technische storing bij de gemeente de naheffingsaanslag parkeerbelasting onterecht maakt. Eiseres hoeft niet op normale wijze parkeerbelasting te voldoen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar een onjuiste tabelpost heeft toegepast bij het berekenen van de leges voor een omgevingsvergunning, waardoor het bedrag aanzienlijk wordt verlaagd.
Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat persoonlijke omstandigheden zoals een knieblessure geen overmacht vormen bij het niet betalen van parkeerbelasting. De naheffingsaanslag blijft gehandhaafd.
In 2024 is ongeveer € 57 mln. ten laste van de MRB te veel afgedragen aan de provincies. Dit schrijft staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën aan de Tweede Kamer. Uit een onderzoek van de Belastingdienst blijkt dat de te hoge afdracht samenhangt met de migratie naar het vernieuwde MRB-systeem.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de verplichting om een hond bij de gemeente aan te melden ook geldt voor honden die bij de Stichting Nederlandse Databank Gezelschapsdieren (NDG) zijn geregistreerd. Nu X geen aangifte heeft gedaan, is terecht een aanslag met verzuimboete opgelegd.
Rechtbank Amsterdam oordeelt dat een proceskostenvergoeding zonder correctiefactor wordt toegekend, omdat de gemachtigde van X voldoende tijd en moeite heeft gestoken in de procedure.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de redelijke termijn die een parkeerder moet worden gegund om de parkeerapparatuur in werking te stellen is overschreden. De naheffingsaanslag parkeerbelasting is terecht opgelegd.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X, gelet op de duidelijke melding op de parkeerautomaat, erop mocht vertrouwen dat zij geen parkeerbelasting hoefde te betalen. De naheffingsaanslag is daarom ten onrechte opgelegd.