In de strijd tegen zwartspaarders lijkt zo'n beetje alles geoorloofd. Er is echter een grens die steeds duidelijker wordt. Ook de Belastingdienst kan te ver gaan.
Tipgeverszaak
Dat blijkt eens te meer uit een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden van 3 februari 2015 met daarin centraal de weigering van een inspecteur om de identiteit van een tipgever bekend te maken. Ook nadat eerder de geheimhoudingskamer van de rechtbank al oordeelde dat de weigering ongerechtvaardigd was, komt de inspecteur niet over de brug met ongeschoonde stukken waaruit de identiteit van de tipgever alsnog blijkt. Dat alles onder het niet onderbouwde mom dat de naam van de tipgever geheim moet blijven, omdat hij anders gevaar zou lopen. Volgens het hof heeft de inspecteur geen gewichtige reden voor zijn weigering om informatie te delen. Ondanks dat de door de tipgever aangedragen informatie voor het merendeel correct is, kan er namelijk incorrecte informatie tussenzitten. In een eerder artikel voor TaxLive wijst Leenders al op het gevaar hiervan, "want hoe kan de vermeende zwartspaarders anders het tegendeel aantonen? Welke garantie is er dat de tipgever niet een deel van de aangedragen informatie uit de duim heef gezogen? Op de inspecteur ligt toch de bewijslast van de door hem aangebrachte correcties?"
Pikant detail
Pikant detail is dat de inspecteur ter zitting verklaart dat er helemaal geen onderzoek is uitgevoerd naar de betrouwbaarheid van de verkregen informatie van de tipgever. De Belastingdienst heeft vaak zelfs niet de middelen of de mogelijkheid om een dergelijk onderzoek uit te voeren. Dat staat haaks op de in het verleden gedane uitlating van toenmalig staatssecretaris De Jager dat de Belastingdienst verplicht is te onderzoeken hoe de tipgever de informatie heeft gekregen.
Het hof maakt vooralsnog korte metten met de weigering van de inspecteur en vernietigt niet alleen alle aan de (inmiddels overleden) vermeende zwartspaarder opgelegde navorderingsaanslagen, maar legt ook een proceskostenvergoeding op van € 75.000. Daarbij gebruikt het hof harde bewoordingen zoals ‘onrechtmatig' en dat de inspecteur ‘de rechtsorde ernstig heeft geschonden'.
Harde bewoordingen
Leenders kijkt niet op van de harde bewoordingen van het hof: "misschien is dit wat minder gebruikelijk in het belastingrecht, maar het hof legt mogelijk een verband met het strafrecht. Het zonder geldige reden niet voldoen aan een wettelijke verplichting is daar namelijk wederrechtelijk, oftewel onrechtmatig."
8:29 Awb procedure
Leenders is vooral verheugd dat de Belastingdienst zich nu eens een keer niet met succes heeft kunnen verschuilen achter artikel 8:29 Awb. Hierin is vastgelegd dat het overleggen van stukken mag worden geweigerd indien daarvoor gewichtige redenen zijn. "Het typische aan dit artikel is dat als de rechter de weigering gerechtvaardigd vindt, de verplichting vervalt, maar in het artikel is niet opgenomen wat er moet gebeuren in geval van een niet gerechtvaardigde weigering zoals in deze zaak. De geheimhoudingskamer van hof Arnhem-Leeuwarden heeft op 9 december 2014 (nr. 13/01292 t/m 13/01298) in een klikbrief-procedure op een rij gezet wat er dan moet gebeuren. Onder verwijzing naar onder meer de Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014 wordt de inspecteur gesommeerd om alsnog integraal alle op de zaak betrekking hebbende stukken te overleggen. Weigert de inspecteur dit, dan kan de bestuursrechter daaruit, conform artikel 8: 31 Awb, ‘de gevolgtrekkingen maken die hem geraden voorkomen'. Dat heeft het hof op 3 februari 2015 gedaan met het vernietigen van alle navorderingsaanslagen en het toekennen van een integrale proceskostenvergoeding. Vanuit rechtsbeschermingsperspectief verdient het hof een grote pluim."
Raadselachtige starheid
Het is een raadsel waarom de Belastingdienst zo star blijft vasthouden aan de anonimiteit van de tipgever. De belangstelling voor de tipgeversaffaire is inmiddels groot. Niet in de laatste plaats omdat in november 2014 door de president van Hof Arnhem-Leeuwarden aangifte is gedaan tegen medewerkers van het ministerie van Financiën die opzettelijk instructies zouden hebben gegeven aan twee FIOD-ambtenaren om te zwijgen over de naam van de tipgever. Volgens staatssecretaris Wiebes hebben belastingambtenaren een verschoningsrecht en dit volgt ook uit het beleid van de Belastingdienst om de identiteit van de tipgever zo lang mogelijk (eventueel tot in hoogste instantie) geheim te houden'. ‘Dat is niet alleen voor de eigen veiligheid van de tipgever maar ook om mogelijk toekomstige tipgevers niet af te schrikken'. Ambtenaren zien deze beleidslijn als een instructie, aldus Wiebes, en daarom kunnen zij zich beroepen op hun verschoningsrecht.
Leenders vindt dit onbegrijpelijk. "Sla de ambtenarenwet er maar op na. Ambtenaren hebben zich als een goed ambtenaar te gedragen. Ook een ambtenaar heeft een wettelijke plicht om als getuigen te antwoorden. De ambtenaar moet wel zéér goede redenen hebben om dit niet te doen. Het is de rechter die beoordeelt of verschoning is gerechtvaardigd. Beroep op het verschoningsrecht dat enkel zou volgen uit een als instructie geziene beleidslijn is geen goede reden."
Compliance
Wat Leenders betreft getuigt de starheid waarmee de Belastingdienst en de wetgever volharden in hun tipgeversbeleid, van weinig compliance. "Het is opvallend hoe wordt geschermd met compliant gedrag dat van burgers en bedrijven mag worden verwacht. In de op 2 oktober 2014 verschenen veertiende halfjaarsrapportage van de Belastingdienst staat het naleven van regels hoog in het vaandel van de handhaving en handhavingsregie. De Belastingdienst wil compliance versterken, maar vergeet daarbij zijn eigen rol. Coöperatieve compliance is er pas als alle partijen meedoen. Goed voorbeeld doet goed volgen. Compliant gedrag begint dus bij de Belastingdienst zelf."
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Bronbelasting