Reageren mensen als ze ineens meer belasting moeten betalen over hun laatst verdiende euro? Op basis van het Inkomenspanelonderzoek (IPO) kijkt het CPB naar de verdeling van inkomen rond de grenzen van de eerste, tweede- en derde schijf van de inkomstenbelasting (box 1). Een concentratie van inkomens – het zogenoemde bunching - net voordat het hogere tarief ingaat, toont aan dat mensen hun inkomen aanpassen op het moment dat ze in een hogere schijf terecht dreigen te komen .
De eerste bevinding van het CPB is een duidelijke concentratie van inkomens net voordat het hogere tarief ingaat. De elasticiteit rond de derde grens bedraagt 0,023. Dit betekent dat een verhoging van het marginale belastingtarief van 42% naar 52% zorgt voor een 0,4% lager belastbaar inkomen, wat neerkomt op ongeveer 200 euro.
De tweede bevinding is dat een concentratie van belastbaar inkomen ook gevonden wordt voor werknemers (elasticiteit = 0,02). Dit resultaat wijkt af van buitenlandse studies die veelal geen effect vinden voor werknemers. Een verdere analyse naar de mechanismen achter deze reactie maakt duidelijk dat tweeverdieners de hypotheekrenteaftrek verschuiven tussen partners om zodoende net onder de grens te blijven. De veelgebruikte mogelijkheid om digitaal aangifte te doen maakt het schuiven gemakkelijker en de belastinggrenzen zichtbaarder. De derde bevinding is dat het CPB een sterkere reactie vindt voor vrouwen en zelfstandigen met elasticiteiten gelijk aan 0,049 en 0,039. Dit komt overeen met eerdere studies.
De gehanteerde methode is gebaseerd op de bunchingtechniek van Saez (2010). Het idee is dat een concentratie van inkomens informatie verschaft over de mate waarin mensen reageren op een verhoging van hun marginale tarief. Dit paper verbetert de methode in twee opzichten en laat zien dat deze aanpassingen leiden tot een betere schatting van de elasticiteiten.
Bron: CPB
0