Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de Belastingdienst in een dividendstripping-zaak terecht de verrekening van dividendbelasting heeft gecorrigeerd, omdat de Nederlandse vennootschap niet de uiteindelijke gerechtigde is van de uitgekeerde dividenden op de betreffende aandelen.
De rechtbank komt tot deze uitspraak omdat de vennootschap bezwaar had gemaakt tegen de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting die de Belastingdienst over 2012 had opgelegd. De zaak verloopt als volgt.
De Nederlandse vennootschap handelt in Nederlandse en Europese aandelen. De vennootschap neemt aandelen over van een derde partij en administreert deze in de boekhouding. Tegelijkertijd verkoopt een buitenlandse groepsmaatschappij futures op die aandelen aan diezelfde derde partij.
Volgens de Belastingdienst is de vennootschap geen juridisch eigenaar van de aandelen waarop dividend is uitgekeerd en waarvan zij de ingehouden dividendbelasting in 2012 wilde verrekenen. De vennootschap zou slechts houdster van de aandelen zijn om dividendstripping mogelijk te maken.
De rechtbank (ECLI:NL:RBNHO:2023:6247) oordeelt dat vennootschap de door haar gestelde dividendbelasting niet met de door haar verschuldigde vennootschapsbelasting kan verrekenen. Hoewel de vennootschap volgens de rechtbank opbrengstgerechtigde is, en de dividenden dus tot de bestanddelen van haar winst behoren, is zij niet de uiteindelijk gerechtigde van de uitgekeerde dividenden op de aandelen.
De rechtbank stelt dat de derde, van wie de aandelen zijn gekocht en aan wie de futures zijn verkocht, het (economisch) belang bij de aandelen heeft behouden. De rechtbank heeft gelijktijdig in een andere vergelijkbare zaak hetzelfde geoordeeld (ECLI:NL:RBNHO:2023:6241).
Wat is dividendstripping?
Dividendstripping houdt in dat een aandeelhouder het recht op dividend overdraagt aan een ander (rechts)persoon. Deze (rechts)persoon heeft een gunstiger recht op verrekening, teruggaaf of vermindering van dividendbelasting dan de oorspronkelijke aandeelhouder. Tegelijkertijd behoudt de oorspronkelijke aandeelhouder het economische belang bij de aandelen door de koop van zogenaamde futures op die aandelen van dezelfde partij. Op deze manier wordt het recht op verrekening van dividendbelasting door de oorspronkelijke aandeelhouder overgedragen aan die ander.
In strafrechtelijk opzicht ziet het OM dividendstrippen als een ernstige vorm van georganiseerde witteboordencriminaliteit. Door aandelen op het juiste moment te verhandelen kan meer dividendbelasting terug worden gevraagd dan waar recht op is. De fraudes, met namen als cum/cum- en cum/ex-fraude, benadelen de schatkist jaarlijks voor honderden miljoenen euro’s.
Bron: Rechtbank Noord-Holland