Binnenkort is het zover: Nederland zal per januari (2016) het stokje van Luxemburg overnemen en voorzitter worden van de Raad van de Europese Unie (‘Raad'). Dit belooft een spannende tijd te worden waarbij de ogen in de Brusselse (EU) en Parijse (OECD) gelederen op Nederland gericht zullen zijn als het gaat om de bestrijding van grondslaguitholling en winstverschuiving (BEPS). Recent hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de G20 in Antalya (Turkije) de conclusies van het BEPS-actieplan bekrachtigd. Nu is aan Nederland de uiterst ambitieuze taak toegekend om de besprekingen over de implementatie van de BEPS-actiepunten op EU-niveau in goede banen te leiden tijdens de eerste helft van 2016. Nederland heeft hier vorige week een stevig mandaat voor gekregen van de EU-minister van Financiën. Dit blijkt uit conclusies van de Raad over BEPS en de toekomst van de EU-gedragscodegroep. Hierin is onder meer afgesproken dat voor de implementatie van de BEPS-actiepunten – waar passend – de voorkeur uitgaat naar EU-richtlijnen.
Het is belangrijk deze ontwikkeling niet te onderschatten. Zo zijn de gesprekken over een "anti-BEPS-richtlijn" al in een ver gevorderd stadium. Dit komt doordat de lidstaten de afgelopen jaren in Brussel veelvuldig overleg hebben gevoerd over het plan van de Europese Commissie voor een Europese vennootschapsbelasting (CCCTB). Door de heftige kritiek van veel lidstaten, waaronder Nederland, op het oorspronkelijke Commissievoorstel besloten de landen zich eerst te richten op de zogenoemde internationale aspecten van de CCCTB. De besprekingen hierover zijn kort geleden in een stroomversnelling geraakt door de publicatie van de BEPS-rapporten door de OESO. De eerste concepttekst met toelichting voor een anti-BEPS-richtlijn is zelfs al voorhanden. Deze door lidstaten zelf opgestelde concept anti-BEPS-richtlijn bevat een implementatie van de volgende BEPS-actiepunten: hybride mismatches (actie 2), controlled foreign companies (actie 3), renteaftrekbeperkingen (actie 4), anti-misbruikmaatregelen (actie 6), en definitie vaste inrichting (actie 7). Het merendeel van bepalingen die zien op deze onderwerpen komen (grotendeels) overeen met de internationale aspecten van de CCCTB. Overigens gaat de concept anti-BEPS-richtlijn nog veel verder dan voornoemde BEPS-aspecten en bevat deze bijvoorbeeld ook gemeenschappelijke regels inzake exit-heffingen en een zogenoemde switch-over bepaling die een minimum belastingheffing binnen de EU dient te waarborgen. De EU-ministers van Financiën hebben nu de Europese Commissie opgedragen hun conceptrichtlijn om te vormen tot een formele richtlijn. Zie goed dat dit niet de normale gang van zaken is: het is doorgaans de Commissie die op basis van het recht van initiatief met een richtlijnvoorstel komt die vervolgens door lidstaten in raadswerkgroepen wordt besproken en omgebouwd tot een voor de lidstaten aanvaardbare richtlijn.
 
Naast bovengenoemde zogenoemde hard-law zien de EU-ministers van Financiën ook een belangrijke rol weggelegd voor soft-law, meer in het bijzonder de zogenoemde EU Gedragscodegroep. Deze politieke werkgroep, waarvan het werk zich lange tijd met name heeft toegespitst op het onderzoeken van individuele belastingmaatregelen van lidstaten, zal zich vanaf nu in meerdere mate gaan bezighouden met de implementatie van de BEPS-conclusies voor zover die niet door hard-law worden bestreken. Gedacht moet worden aan het opstellen van algemene richtsnoeren ter voorkoming van BEPS. Wij benadrukken dat ook de impact van deze soft-law aanpak zeker niet moeten worden onderschat. Zo bevat de vorige week door de EU-ministers van Financiën bekrachtigde voortgangsrapportage van de Gedragscodegroep nieuwe regels voor het aanpakken van misbruik met hybride mismatches in EU-derde-landen situaties. Daarnaast onthult de voortgangsrapportage dat de Groep een zeer ambitieus "Werkpakket 2015" heeft aangenomen. Naast het ontwikkelen van BEPS-richtsnoeren staan bijvoorbeeld hoog op de agenda: het ontwikkelen van een gecoördineerd rulingbeleid, het monitoren van de naleving van de recent aangenomen rulingrichtlijn alsmede de EU-modelinstructie, alsmede het bestrijden van misbruik op het gebied van zogenoemde "outbound payments" vanuit de EU naar derde-landen.
 
Hoewel het nog onduidelijk is in hoeverre de finale anti-BEPS-richtlijn zal afwijken van het concept, alsmede welke BEPS aspecten via hard-law of soft-law geïmplementeerd zullen worden, is een ding zeker: implementatie van de BEPS-actiepunten op EU-niveau via een anti-BEPS-richtlijn of de Gedragscodegroep zal een aanzienlijke impact hebben op de belastingheffing van het internationaal opererend bedrijfsleven en daarmee het fiscale EU-vestigingsklimaat drastisch doen veranderen.

Bron: EY

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht

0

Gerelateerde artikelen