Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Italiaanse toeslag op de accijns op elektriciteit kan vallen onder het begrip ‘andere indirecte belasting’. Het kan namelijk worden beschouwd als een van de accijns te onderscheiden belasting.

Hera Comm SpA levert periodiek elektriciteit aan Falconeri Srl en betaalt de toeslag op de accijns op elektriciteit aan de Italiaanse Staat. Deze toeslag berekent zij door aan Falconeri. Falconeri is het daar echter niet mee eens omdat deze toeslag volgens haar in strijd met het EU-recht is. Zij vordert daarom teruggaaf van de onverschuldigd betaalde bedragen van Hera. Deze vordering wordt toegewezen. Hera gaat in beroep en stelt daarbij dat de toeslag slechts een verhoging van het accijnstarief voor elektriciteit vormt en dus geen ‘andere indirecte belasting’ (art. 1 lid 2 EG-richtlijn 2008/118). De Italiaanse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Italiaanse toeslag op de accijns op elektriciteit kan vallen onder het begrip ‘andere indirecte belasting’. Het kan namelijk worden beschouwd als een van de accijns te onderscheiden belasting, die kan worden geheven voor zover zij een specifiek, van de accijns te onderscheiden doeleinde, nastreeft. Verder merkt het Hof van Justitie EU nog op dat het EU-recht vereist dat de eindverbruiker zijn vordering tot terugbetaling rechtstreeks tot Italië kan richten wanneer het onmogelijk of uiterst moeilijk is om van de leverancier terugbetaling van de onverschuldigd betaalde belasting te verkrijgen.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Europees belastingrecht, Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 23 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

99

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen