Op 21 juli j.l. is in het Staatsblad een aantal wetten gepubliceerd die digitaal procederen mogelijk moeten maken. Dit geldt voor civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. Fiscale zaken behoren tot die laatste categorie.
Met de digitalisering van civiel- en bestuursrechtelijke procedures worden partijen straks verplicht een procedure langs elektronische weg te voeren en processtukken digitaal bij het gerecht in te dienen. Van deze verplichting zijn enkele categorieën van partijen uitgezonderd, waaronder natuurlijke personen, zogenaamde informele verenigingen en buitenlandse rechtspersonen. Deze uitzondering geldt echter niet indien zij worden bijgestaan door een professionele rechtsbijstandsverlener (advocaat).
 
Partijen die digitaal procederen krijgen via een webportaal op de inlogpagina van de rechterlijke instanties toegang tot hun digitale dossier ("Mijn Zaak"). In dat digitale systeem kunnen partijen in hun digitale dossier de ingediende (proces)stukken en de berichten van de rechter inzien.
 
Overigens wordt niet alles digitaal. Een eventuele mondelinge behandeling bij de rechter blijft namelijk in persoon plaatsvinden.
 
De Raad voor de rechtspraak ontwikkelt een digitaal systeem voor de rechterlijke instanties. De belangrijkste uitgangspunten daarbij zijn (1) de bescherming van de persoonsgevoelige gegevens en andere gevoelige gegevens (zoals van bedrijven) die in dossiers voorkomen en (2) de gebruiksvriendelijkheid van het digitale systeem.
 
De invoering van het digitaal procederen verandert overigens niets ten aanzien van de vraag welke partijen proceshandelingen mogen verrichten en de bevoegdheid tot het verrichten van een proceshandeling namens een partij. Waar nu een advocaat verplicht is, zal dat straks ook zo zijn.
 
De wet voorziet in een gefaseerde inwerkingtreding van het digitaal procederen. In fiscale zaken wordt het pas met ingang van 1 januari 2018 mogelijk om digitaal te procederen.
 
 

Bron: EY

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting

3

Gerelateerde artikelen