Op 23 december 2015 heeft Advocaat-Generaal (‘AG') een conclusie genomen in de Poolse zaak C-40/15 Aspiro SA (voorheen BRE Ubezpieczenia Sp. z o.o.) inzake de btw-behandeling van uitbestede claim handling diensten. De AG concludeert dat de claim handling diensten verricht door Aspiro SA (‘Aspiro') belast zijn met btw.

Achtergrond

Aspiro verricht voor een verzekeraar diensten die bestaan in de volledige afwikkeling van schade ten gevolge van verzekerde gebeurtenissen (claim handling). Jegens de verzekeringnemers handelt Aspiro daarbij in naam en voor rekening van de verzekeraar in het contact met verzekerden. Er bestaat geen rechtsbetrekking tussen de verzekerden en Aspiro.
 
In concreto neemt Aspiro schadeaangiften in ontvangst en voert zij het schadeonderzoek uit en stelt zo nodig rapporten en schadeverslagen op. Na onderzoek van de verzamelde documenten voert Aspiro de schadeafwikkeling uit en beslist zij over de schadevorderingen. Aspiro voert indien nodig regresprocedures en behandelt bezwaren over de schadeafwikkeling. In verband met deze activiteiten verricht Aspiro verschillende andere administratieve en technische werkzaamheden.
 
De vraag die voor het Hof van Justitie (‘HvJ') ligt is of de diensten van Aspiro kwalificeren als van btw vrijgestelde verzekeringsdiensten. De AG overweegt dat twee routes tot een vrijstelling kunnen leiden:
 
a) de diensten kwalificeren als (her)verzekeringsdiensten in eigenlijke zin; of
b) de diensten zijn met (her)verzekering samenhangende diensten, verricht door assurantiemakelaars en verzekeringstussenpersonen.

Conclusie van de AG

a) Allereerst stelt de AG vast dat geen sprake is van eigenlijke (her)verzekeringsdiensten, omdat Aspiro zich niet verbind tot het tegen vergoeding afdekken van risico's.
 
b) De AG beoordeelt vervolgens of Aspiro's diensten kwalificeren als met verzekering samenhangende diensten, verricht door assurantiemakelaars en verzekeringstussenpersonen. Volgens de AG omvatten ‘met verzekering samenhangende diensten' in beginsel alle verzekeringsgerelateerde werkzaamheden, waaronder ook claim handling. De vrijstelling is daarom van toepassing als Aspiro bij het verrichten van haar diensten kwalificeert als een assurantiemakelaar of verzekeringstussenpersoon. Volgens de AG is niet van belang of Apiro formeel kwalificeert als een assurantiemakelaar of verzekeringstussenpersoon, maar moet dit getoetst worden aan de hand van de feitelijke activiteiten. In dat kader beoordeelt de AG of voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
 
1) De makelaar/tussenpersoon onderhoudt in het kader van zijn diensten betrekkingen met verzekeraars en verzekeringnemers; en
2) De diensten kunnen worden aangemerkt als de uitoefening van de kernactiviteit van een assurantiemakelaar of verzekeringstussenpersoon, namelijk het zoeken naar nieuwe klanten en hen in contact brengen met verzekeraars met het doel verzekeringsovereenkomsten tot stand te brengen.
 
ad 1)   Aspiro voldoet volgens de AG aan de eerste voorwaarden omdat Aspiro een contractuele relatie heeft met de verzekeraar en feitelijke betrekkingen onderhoudt met verzekerden.
ad 2)   De AG concludeert vervolgens dat Aspiro bij het verrichten van haar diensten niet kwalificeert als een assurantiemakelaar of verzekeringstussenpersoon omdat zij niet voldoet aan de tweede voorwaarde; het zoeken naar nieuwe klanten om deze in contact brengen met de verzekeraar. Aspiro heeft enkel een contact met verzekerden als gevolg van de reeds gesloten overeenkomst tussen de verzekeraar en de verzekerden. Daarom kan niet worden gezegd dat Aspiro klanten in contact brengt met de verzekeraar met het doel om een verzekeringsovereenkomst tot stand te brengen. 
 
Tot slot gaat de AG in op het neutraliteitsbeginsel. Uit dit beginsel volgt dat een marktdeelnemer in principe het organisatiemodel moet kunnen kiezen dat hem uit strikt economisch oogpunt het beste uitkomt, zonder het risico te lopen dat zijn activiteiten worden uitgesloten van de vrijstelling. De vrijheid van verzekeraars zou in het geding komen aangezien verzekeraars de behandeling van schadegevallen niet kunnen overdragen aan een derde zonder te worden belast met btw. Volgens de AG is dit echter een logische gevolg van de weloverwogen keuze van de Europese wetgever om verzekeraars een btw-vrijstelling toe te kennen, maar deze tot specifieke diensten te beperken.

Conclusie

De diensten van Aspiro voldoen niet aan de voorwaarde dat deze gericht zijn op de totstandkoming van verzekeringsovereenkomsten tussen een verzekeraar en een verzekerde. Derhalve zijn de claim handling diensten die Aspiro aan de verzekeraar verricht volgens de AG belast met btw.
 
De conclusie van de AG is in lijn met de principes uit het Arthur Andersen arrest. Daarnaast is Gerechtshof Den Haag in 2013 reeds tot een gelijk oordeel gekomen met betrekking tot de btw behandeling van claim handling diensten. Ook in dit oordeel was leidend dat de diensten niet tot doel hadden verzekeringsovereenkomsten tot stand te brengen.
 
EY merkt op dat claim handling diensten in de meeste EU lidstaten reeds met btw belast zijn.
 
 

Bron: EY

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

20

Gerelateerde artikelen