Ruim een derde van de familiebedrijven die de laatste jaren nog geen eigendomsoverdracht hebben meegemaakt, overweegt om spoedig de eigendom van het bedrijf over te dragen, zodat zij in ieder geval nog gebruik kunnen maken van de huidige bedrijfsopvolgingsregelingen (BOR). Deze ondernemingen hebben namelijk weinig vertrouwen in het kabinetsbeleid. Slechts 18 procent denkt dat dit kabinet zal handelen in het belang van familiebedrijven.
Dat blijkt uit het Familiebedrijven-onderzoekspanel, opgezet door RSM in samenwerking met Nyenrode. In mei 2020 is door het kabinet een voorstel gepresenteerd voor afschaffing of beperking van de BOR-regeling, als onderdeel van de notitie ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’. Op dit moment kunnen familiebedrijven nog gebruik maken van de huidige BOR-regeling. Versobering van de BOR kan leiden tot minder belastingvoordeel. Ruim een derde overweegt daarom spoedig de eigendom van het bedrijf over te dragen.
Ook steunt 92 procent van de familiebedrijven het streven van het kabinet om de bedrijfsopvolging eenvoudiger en eerlijker te maken. Roberto Flören, RSM hoogleraar familiebedrijven aan Nyenrode, vindt de uitkomsten van het onderzoek opmerkelijk: "Familiebedrijven zijn krachtige bedrijven die belangrijke waarde toevoegen aan de Nederlandse economie. Ik steun dan ook het streven van het kabinet om de BOR te vereenvoudigen. Net als 92 procent van de familiebedrijven. Want het zou zonde zijn als de complexiteit van de BOR onze hoeksteen van de economie tot verkoop aanzet."
Voortzettingseis BOR
Een belangrijke voorwaarde in de BOR is de voortzettingseis. Deze voortzettingseis houdt in dat de verkrijger de onderneming minimaal vijf jaar moet voortzetten. Voor aanmerkelijk belanghouders geldt daarbij dat ook de vennootschap het bedrijf gedurende diezelfde periode moet voortzetten. Verkoop, faillissement, afstoten van bedrijfsonderdelen of reorganiseren binnen deze vijf jaar betekent dat de vrijstelling vaak (deels) vervalt.
Het onderzoek wijst uit dat 20 procent van de familiebedrijven denkt de voortzettingseis in de BOR niet te halen in het licht van de omzetgevolgen van de coronapandemie. Zij zijn bang alsnog 10-40 procent schenk- of erfbelasting te moeten betalen omdat de vrijstelling in de BOR vervalt wanneer het bedrijf door de crisis moet afslanken, moet worden verkocht of failliet gaat.
Opknippen bedrijf
Aan de familiebedrijven is in het onderzoek ook gevraagd in welke mate zij door actieve fiscale planning extra gebruik hebben gemaakt van het lage VPB-tarief. Uit het onderzoek blijkt dat ongeveer een vijfde van de familiebedrijven dit heeft gedaan. Zo stelt 20 procent van de familiebedrijven dat zij vanwege het lage VPB-tarief de onderneming hebben opgeknipt en geeft 18 procent van de familiebedrijven aan een nieuwe vennootschap niet in een fiscale eenheid te voegen.
Eenzelfde percentage van familiebedrijven geeft aan dat zij vanwege het lage VPB-tarief vennootschappen uit de fiscale eenheid heeft gehaald of de fiscale eenheid helemaal heeft beëindigd.
Bron: RSM/Nyenrode
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Schenk- en erfbelasting