Op Prinsjesdag maakt het kabinet bekend welke rente de Belastingdienst gaat gebruiken als basis voor de vermogensrendemenstheffing. Dit jaar was dat nog een spaarrendement van 0,36%. Komend jaar wordt dat een spaarrente van 0,13%, zo blijkt uit onderzoek van de Telegraaf.

Spaarders met een vermogen tussen €30.000 en €105.000 kunnen volgend jaar enkele tientjes minder kwijt zijn aan belasting op hun spaartegoed. Onder de €30.000 is het spaargeld voor alleenstaanden onbelast, voor stellen geldt een belastingvrij bedrag van €60.000. Daarboven belast de fiscus het spaargeld tegen 30% van een fictief vastgesteld rendement. De spaarrente van 0,13% waar de fiscus volgend jaar mee rekent ligt volgens de krant nog altijd boven de spaarrente van 0,03% die spaarders bij ING, Rabobank en ABN Amro krijgen.

Bij kleine spaarders gaat de fiscus ervan uit dat tweederde op het spaarbankboekje staat en eenderde wordt belegd. Bij de beleggen gaat de fiscus uit van een gemiddeld rendement op de beurzen van de afgelopen vijftien jaar. In juni protesteerden ondernemers en adviseurs tegen dit systeem. Ze vinden dat de vermogensrendementsheffing in de huidige vorm strijdig is met het recht op eigendom, zoals vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Bron: Telegraaf

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2018

Carrousel: Carrousel

6

Gerelateerde artikelen