In de brief zet Weekers alle gunstige maatregelen nog eens op een rij. Zo wijst hij op de multiplier. Hierdoor kunnen donateurs aan culturele instellingen een hoger bedrag in aftrek brengen dan de gift. Ook kunnen culturele instellingen kiezen voor de optionele integrale belastingplicht. Met deze keuze wordt het hele vermogen van de instelling aangemerkt als ondernemingsvermogen. Daardoor wordt het mogelijk het veelal verlieslatende niet-ondernemingsgedeelte te verrekenen met het winstgevende ondernemingsgedeelte.
Weekers: 'Ook kunnen culturele instellingen profiteren van de generieke verhoging van de vrijstelling van vennootschapsbelasting voor verenigingen en stichtingen van € 7.500 naar € 15.000 per jaar en de fictieve vrijwilligerskostenaftrek'.
Tot slot wijst hij erop dat de bestedingsreserve voor culturele instellingen is versoepeld. Hierdoor mogen culturele instellingen hun winst voor belastingheffing reserveren in een bestedingsreserve. Deze gereserveerde winsten moeten dan wel binnen vijf jaar worden besteed aan de in de wet genoemde uitgaven, zoals bijvoorbeeld culturele projecten.
Alles overziend pakt de Geefwet volgens Weekers dus zeer gunstig uit voor culturele instellingen. Dit blijkt ook nog eens uit het feit dat veel ANBI's de status van culturele instelling hebben aangevraagd en ook als zodanig zijn aangemerkt. Weekers ziet dan ook geen enkele reden om de gevolgen van de Geefwet ongedaan te maken of hierop terug te komen bij de behandeling van het Belastingplan 2013.
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht algemeen