De inspecteur heeft terecht het saldo van de belastbare inkomsten uit eigen woning niet aan eiser (de man) toegerekend. Dat oordeelt Rechtbank Noord-Holland in een recente procedure.

De zaak (16 september 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:9684) verloopt als volgt. Een man en een vrouw zijn tot 12 april 2017 gehuwd. Zij wonen tot 1 november 2016 op hetzelfde adres. Per 1 november 2016 is de vrouw verhuisd.

In hun aangiften inkomstenbelasting over het jaar 2016 is het negatieve saldo van de belastbare inkomsten uit eigen woning volledig toegerekend aan de vrouw. Bij het opleggen van de aanslag neemt de inspecteur geen saldo eigen woning in aanmerking bij de man. Daar is de man het niet mee eens. Hij stelt dat de vrouw zonder zijn medeweten zijn aangifte heeft ingevuld en ingediend.

In geschil is of de man alsnog recht heeft op toedeling van (een deel van) het negatieve saldo van de belastbare inkomsten uit de eigen woning.

Rechtbank Noord-Holland geeft aan dat de man op moment zijn persoonlijke DigiD aan de vrouw moet hebben verstrekt. Als de vrouw zonder medeweten van de man de aangifte heeft ingediend, dan komt dat voor rekening en risico van de man. De gekozen verdeling – 0% voor de man, 100% voor de vrouw – blijft in stand. Het beroep van de man wijst de rechtbank af.

Belang voor de praktijk

Wat er waar is van de stelling van de man dat de vrouw stiekem zijn aangifte inkomstenbelasting heeft ingevuld en opgestuurd, wordt niet duidelijk. Het is ook niet relevant voor de uitkomst van de procedure.

De belastbare inkomsten uit eigen woning vormen voor fiscale partners een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel. Zij kunnen dit onderling toedelen in elke verhouding die zij maar willen, zo lang er in totaal maar 100% van de belastbare inkomsten wordt aangegeven in de beide aangiften. Is de aangifte ingediend, dan kunnen partners gezamenlijk nog terugkomen op de gekozen verdeling. Dat kan zolang de aanslagen nog niet onherroepelijk vaststaan.

De man en de vrouw in deze procedure hadden de verdeling van het saldo eigen woning dus nog gezamenlijk kunnen wijzigen. Maar omdat zij geen gezamenlijk verzoek hebben gedaan, kan de rechtbank de in de aangifte gekozen verdeling ook niet wijzigen. De gekozen verdeling staat daarmee vast. Kortom, val de rechter niet lastig met zaken die je zelf kunt regelen!

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

3

Gerelateerde artikelen