De gemeente Vlaardingen mag het tarief voor de onroerendezaakbelasting voor eigenaren van niet-woningen niet verdubbelen. Dat heeft Hof Den Haag beslist.
De gemeente Vlaardingen kende tot en met 2020 voor niet-woningen, zoals bedrijfspanden, een onroerendezaakbelasting (OZB) naar twee tarieven: één voor gebruikers (huurders) en één voor eigenaren. De twee tarieven waren ongeveer gelijk.
Per 1 januari 2021 heeft de gemeente het tarief van de OZB voor gebruikers op 0 procent gesteld, maar het tarief van de OZB voor de eigenaren zo goed als verdubbeld (naar 0,7190 procent). In een procedure die was aangespannen door een eigenaar van bedrijfspanden in Vlaardingen, heeft het Haagse hof geoordeeld dat deze verdubbeling in strijd is met het evenredigheidsbeginsel en het verbod van willekeurige en onredelijke belastingheffing.
Het hof gaat niet mee in het betoog van de gemeente dat de eigenaren van niet-woningen in Vlaardingen de nadelige gevolgen van de verdubbeling kunnen compenseren door de extra OZB door te berekenen aan de huurders.
Verder is het hof niet overtuigd door de stelling van de gemeente dat de verdubbeling een effectieve remedie zou zijn tegen de leegstand van bedrijfspanden in Vlaardingen. De leegstand blijkt overigens na invoering van de verdubbeling ook niet te zijn verminderd.
Het hof verklaart de gemeentelijke belastingverordening daarom gedeeltelijk onverbindend. De belanghebbende moet de eigenarenbelasting nu betalen naar het tarief van het vorige jaar (2020) verhoogd met het algemene stijgingspercentage voor OZB-tarieven.
De uitspraak heeft nummer ECLI:NL:GHDHA:2024:114.
Bron: Hof Den Haag
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingen van lagere overheden