De pilot met grensoverschrijdende btw-rulings is een initiatief van de Europese Commissie en geldt van 1 juni 2013 tot en met 31 december 2013. Naast Nederland doen er nog twaalf andere EU-lidstaten mee. Het gaat om de landen België, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Spanje, Portugal, Malta, Cyprus, Hongarije, Estland, Letland, Litouwen en Slovenië.
Ruling voor complexe grensoverschrijdende transacties
Op basis van de pilot kunnen bedrijven die te maken hebben met grensoverschrijdende transacties een multinationale ruling krijgen. Volgens Breedveld moet het dan wel gaan om complexe transacties met een cross-border aspect wat speelt in twee of meer van de lidstaten die op dit moment meedoen aan de pilot. Voorbeeld van een complexe transactie is een internationale overname, waarbij in verschillende landen de vraag speelt of sprake is van een 'overgang van een geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen en diensten'. Maar ook de plaats van dienst, een samenstel van btw-vrijgestelde en belaste diensten of het verplaatsen van spullen voor werkzaamheden over de grens, kunnen zorgen voor complexiteit.
Voordeel btw-ruling
Het voordeel van de btw-ruling is dat een bedrijf een stukje zekerheid krijgt over hoe, waarover en in welke landen btw-heffing zal plaatsvinden. Voor grensoverschrijdende btw-kwesties krijgt een bedrijf dus een bindend standpunt waar alle betrokken landen zich aan zullen moeten houden. Breedveld: "In de huidige praktijk leggen bedrijven btw-kwesties over buitenlandse activiteiten vaak voor in het desbetreffende land zelf. Er kunnen dan verschillen in btw-standpunten ontstaan tussen de diverse landen waar een bedrijf opereert en dat kan weer leiden tot dubbele btw-heffing. Een btw-ruling moet dat voorkomen."
Overigens is van een bindend standpunt tijdens deze pilot fase nog geen sprake.
Btw-ruling in de praktijk
Bedrijven in Nederland gevestigd of geregistreerd, kunnen de komende maanden een verzoek om een btw-ruling inclusief de nodige informatie indienen bij hun eigen belastinginspecteur. Dit verzoek en de informatie zullen, via Breedveld, worden doorgestuurd naar het andere land. Uiteraard moet het dan wel gaan om een of meerdere lidstaten die meedoen aan de pilot.
Wie vraagt om een cross-border verzoek zal moeten accepteren dat de door hem verstrekte informatie zal worden gedeeld met de betrokken buitenlandse Belastingdiensten. Breedveld laat weten dat het hier louter gaat om informatie aangedragen door de belastingplichtige zelf. Voor andere gegevens naast het verzoek gelden de normale regels betreffende de internationale informatieuitwisseling.
Termijn onzeker
Hoe lang het duurt voordat een btw-ruling tot stand komt is op voorhand niet te zeggen. Nationale regels van lidstaten over termijnen gelden niet voor verzoeken om een cross-border ruling. Wel hebben lidstaten volgens Breedveld afgesproken zo snel mogelijk een beslissing te nemen. "De Nederlandse Belastingdienst streeft naar een antwoord binnen één of twee maanden. Wij zijn echter afhankelijk van de medewerking vanuit het buitenland. Omdat overleg tussen de verschillende Belastingdiensten van de betrokken lidstaten over en weer moet plaatsvinden kan alles wel wat langer duren."
Vrijblijvendheid
Opvallend is de vrijblijvendheid van de pilot. In principe stopt deze eind dit jaar, maar kan ook worden verlengd of verkort. Ook tussentijds kan de pilot door een lidstaat worden stopgezet. Breedveld legt uit: "Lidstaten zijn bezorgd dat er teveel verzoeken worden ingediend en dat daarmee de werkdruk oploopt. In dat geval kunnen lidstaten de Europese Commissie hierover informeren en zelfs beslissen de pilot in zo'n geval te schorsen of te stoppen."
Het nut van de pilot
Uiteindelijk moet de pilot antwoord geven op verschillende vragen. Zo moet inzichtelijk worden of het bedrijfsleven behoefte heeft aan een grensoverschrijdende btw-ruling en dit ook als een nuttige service ervaart. Ook moet duidelijk worden of lidstaten dit dan op een acceptabele manier kunnen organiseren. Zo is het belangrijk om te weten hoe verschillende Belastingdiensten binnen de landen omgaan met btw-kwesties, hoe de samenwerking gaat verlopen en of het mogelijk is om binnen een afzienbare termijn tot antwoorden te komen en een ruling tot stand te brengen.
Na 31 december zal in ieder geval een evaluatie plaatsvinden en wordt duidelijk of btw-ruling binnen de gehele EU een kans van slagen heeft. Het feit blijft wel dat de EU-landen niet verplicht zijn om tot een gezamenlijke aanpak te komen. Landen mogen dus vasthouden aan hun eigen standpunt over de juiste btw-heffing. Gezien de verschillen tussen de nationale btw-wetgeving van de diverse EU-lidstaten zal een gezamenlijke ruling hoe dan ook lang niet altijd mogelijk zijn.
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting