De rechtbank concludeert dat echtscheiding aanleiding kan zijn voor een herbeoordeling van een eigenwoningschuld.
De zaak (Rechtbank Gelderland 11 februari 2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:520) verloopt als volgt. Man en vrouw zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Tot de gemeenschap behoren onder andere aandelen in twee bv's, een eigen woning, een eigenwoningschuld en andere schulden. Bij de echtscheiding is afgesproken dat de eigen woning aan de vrouw wordt toebedeeld en de aandelen in de twee bv's alsmede alle schulden aan de man. Er ontstaat een onderbedelingsvordering voor de man van € 400.000.
Bij de aangifte inkomstenbelasting stelt de man dat de overgenomen schulden zien op het behoud van de aandelen en dat de rente in box 2 (aanmerkelijk belang) in aftrek komt. Omdat de man afziet van rente op de onderbedelingsvordering trekt hij 4% (fictieve) rente af als alimentatie. De Belastingdienst corrigeert de aangifte op beide onderdelen.
De rechtbank stelt dat de schulden in eerste instantie verband houden met de aankoop van de eigen woning. Bij de echtscheiding en de verdeling van de boedel ontstaat een herbeoordelingsmoment. Op dat moment moet beoordeeld worden of sprake is van kosten ter behoud van het aanmerkelijk belang. De Belastingdienst slaagt er in de ogen van de rechtbank niet in om overtuigend te bewijzen dat er geen sprake is van kosten ter behoud van het aanmerkelijk belang. Omdat de man meer schulden op zich heeft genomen en als gevolg hiervan is onderbedeeld mag hij echter niet de volledige rente aftrekken in box 2.
Voor wat betreft de (fictieve) rente op de onderbedelingsvordering die de man als alimentatie aftrekt stelt de rechter de Belastingdienst in het gelijk. Omdat er geen lasten zijn die daadwerkelijk drukken, is aftrek niet mogelijk.
Belang voor de praktijk
In de praktijk is met name het onderdeel afzien van rente en aftrek als alimentatie van belang. Op grond van artikel 3.1, tweede lid, onder j, en artikel 6.1. van de Wet IB 2001 komen als persoonsgebonden aftrek in aanmerking de in het kalenderjaar op de belastingplichtige drukkende persoonsgebonden aftrekposten. Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen (waaronder alimentatie) worden als persoonsgebonden aftrek aangemerkt.
Om voor aftrek in aanmerking te komen moet er sprake zijn van op een belastingplichtige drukkende kosten. Daarvan is sprake als de lasten in financiële zin ten laste van de belastingplichtige komen: de uitgaven moeten werkelijk door hem zijn gedaan en ook door hem worden gedragen. Het is dus zaak om afspraken over alimentatie schriftelijk vast te leggen.
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden
Informatiesoort: Nieuws