Bouwsparen heeft volgens minister Hoekstra van Financiën een beperkte toegevoegde waarde voor de toegankelijkheid van de woningmarkt in Nederland. De huidige situatie, met een loan-to-value-eis (LTV) van 100 procent, geeft geen aanleiding om sparen voor de eigen woning fiscaal te bevoordelen. In Duitsland is bouwsparen gebruikelijk. Door een LTV van 80 procent moet de aspirant woningkoper altijd 20 procent eigen middelen investeren bij aankoop van een woning.

In Duitsland is bouwsparen een populaire manier om de aanschaf van een woning deels te financieren. Bouwsparen wordt deels gesubsidieerd door de Duitse overheid. Die subsidies maakt bouwsparen voor consumenten aantrekkelijk. De populariteit van bouwsparen in Duitsland heeft de vraag opgeroepen of de introductie van bouwsparen ook voor Nederland interessant is. Minister Hoekstra van Financiën gaat hier in een brief van 12 maart 2021 nader op in.

De minister geeft aan dat Duitse geldverstrekkers een loan-to-value-eis (LTV) hanteren van 80 procent. Dat wil zeggen, om een woning met een waarde van € 200.000 te kopen, lenen Duitse geldverstrekkers maximaal 80 procent hiervan, € 160.000. In Duitsland moet de aspirant woningkoper dus altijd 20% eigen middelen investeren bij aankoop van een woning. In Nederland is de LTV-eis nu 100 procent.

De conclusie is dus dat Duitsers wel moeten sparen om een woning te kunnen kopen. In Nederland is dat in veel mindere mate het geval. Daarmee heeft bouwsparen op dit moment maar een beperkte toegevoegde waarde voor de toegankelijkheid van de woningmarkt in Nederland. Nu het kabinet geen voornemens heeft de LTV te verlagen, geeft de huidige situatie geen aanleiding sparen voor de eigen woning te bevoordelen.

Wat is bouwsparen?

Bouwsparen is een financieel product dat bestaat uit een combinatie van een geblokkeerde spaarrekening en een lening. Het spaargeld en de lening worden gebruikt voor het bekostigen van een koopwoning. Vaak gaat dat in combinatie met een aanvullende hypotheeklening. Hierdoor wordt de benodigde hypotheekschuld voor het huishouden beperkt. Periodiek maakt de consument geld over naar de spaarrekening. Het geld staat vast tegen een vooraf vastgestelde rente. Zodra een bepaald vooraf vastgesteld bedrag op de spaarrekening staat, ontvangt de consument gegarandeerd eenzelfde, of tot anderhalf keer hoger bedrag als lening uit de bouwspaarkas.

Het resterende benodigde bedrag kan vervolgens worden gefinancierd met een gebruikelijke hypotheeklening. Bij het sluiten van de bouwspaarovereenkomst staan spaarrente en leenrente voor de gehele looptijd vast. Het schakelmoment tussen de spaarfase en de leenfase is het moment van aankoop van de woning. De consument betaalt de bouwspaarlening terug in vaste maandelijkse bedragen.

Belang voor de praktijk

Het kan verkeren. Ooit was het CDA pleitbezorger van de introductie van bouwsparen in Nederland. Raymond Knops heeft hier namens het CDA eerder al eens een nota over aangeboden. Bouwsparen heeft in het verleden zelfs wel eens het verkiezingsprogramma van het CDA gehaald. De CDA-minister van Financiën ziet er thans echter geen brood in.

Op 8 maart 2021, enkele dagen voor publicatie van de brief van Hoekstra, hebben de Kamerleden Dik-Faber en Terpstra een motie ingediend waarbij zij de regering verzoeken om de kosten en effecten van fiscaal gunstig bouwsparen voor starters in kaart te brengen, en de Kamer hier zo snel mogelijk over te informeren. Deze motie is aangenomen. Gezien de stellingname van de minister en de verkiezingsuitslag nemen wij aan dat de introductie van bouwsparen in Nederland voorlopig niet aan de orde is. In de partijprogramma's van ChristenUnie en SGP staat overigens wel dat zij bouwsparen willen faciliteren.

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

Carrousel: Carrousel

12

Gerelateerde artikelen