Automatische uitwisseling
Begin september is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend voor het automatisch uitwisselen van inlichtingen over voorafgaande grensoverschrijdende rulings en verrekenprijsafspraken tussen de EU-lidstaten. Hiermee implementeert Nederland een verplichte EU-richtlijn met voorschriften voor deze automatische uitwisseling.
Correcte implementatie
Nederland implementeert volgens Ubachs niet ruimer dan waartoe verplicht conform de EU-richtlijn. Als prettige bijkomstigheid maakt de wetgever ook gebruik van de uitzonderingsmogelijkheid voor het mkb. Hierdoor zullen kort gezegd inlichtingen over bestaande rulings en verrekenprijsafspraken van bedrijven met een jaarlijkse netto groepsomzet minder dan € 40 miljoen, niet automatisch worden uitgewisseld, tenzij men zich hoofdzakelijk bezighoudt met financiële of investeringsactiviteiten.
Dat het mkb hier buiten schot blijft, vindt Ubachs een terechte en logische stap. "In geval van een netto groepsomzet van minder dan € 40 miljoen is het financieel belang bij een ruling of verrekenprijsafspraak voor de andere lidstaat doorgaans beperkter. Bovendien wordt het mkb niet opgezadeld met eventueel bijkomende administratieve verplichtingen, die voor deze doelgroep toch altijd zwaarder wegen dan voor de grote multinational met een aparte fiscale afdeling."
Afschuiven?
Het lijkt merkwaardig dat Ubachs wijst op mogelijk bijkomende administratieve verplichtingen, maar dat is het zeker niet. De verplichting om informatie over rulings en verrekenprijsafspraken uit te wisselen rust weliswaar op de Belastingautoriteiten van de verschillende lidstaten en niet op de individuele belastingplichtige, maar dat weerhoudt de Belastingdienst niet van het versturen van een 'exchange tax rulings-formulier' voor in het verleden afgesloten maar nog wel geldige ATR's (Advance Tax Rulings) en APA's (Advance Pricing Agreements). Het is de belastingadviseur die destijds voor zijn klant betrokken is geweest bij het afsluiten van de ruling, die dit formulier met handleiding per e-mail ontvangt met het verzoek het formulier in te vullen en te retourneren. In de begeleidende mail staat dat er geen verplichting is om het formulier in te vullen en dat, als retourzending uitblijft, de inspecteur de gegevens zelf zal verzamelen.
Ubachs: "Alhoewel geen verplichting, geeft deze op zich keurige e-mail toch niet helemaal een vrijblijvend gevoel, gezien de vraag waar de belastingplichtige voorstaat: doe ik er – los van de tijd die ermee is gemoeid – wel of niet goed aan om het formulier in te vullen? Wel invullen geeft het voordeel dat men, mits goed ingevuld, weet dat de informatie in het formulier in ieder geval juist is. Dat voorkomt het risico dat informatie wordt uitgewisseld met mogelijk onjuiste landen. Aan de andere kant riskeert men met de invulling van het formulier dat men tot de eerste groep van uitgewisselde gegevens behoort, nu Nederland al weer met een vliegende start voorop loopt. Het CCN-netwerk dat de automatische uitwisseling tussen de EU-lidstaten mogelijk moet maken is pas uiterlijk 1 januari 2018 gereed. Andere landen zijn wellicht veel minder actief dan Nederland. Voor de juiste balans tussen geven en nemen van inlichtingenuitwisseling, is een pas op de plaats geen overbodige luxe."
Klantvriendelijkheid
Ubachs mist ook een brief van de Belastingdienst naar de belastingplichtige (klant), met uitleg over de automatische uitwisseling van zijn nog geldige grensoverschrijdende ruling of verrekenprijsafspraak en het doel van het ‘exchange tax rulings-formulier'. "Nu moet de klant dit van zijn adviseur horen, terwijl de verplichting voor de automatische uitwisseling bij de Belastingdienst zelf ligt. Bovendien had een in concept vooringevuld formulier met het verzoek om eventuele onjuistheden te signaleren of wijzigingen aan te brengen, wel zo klantvriendelijk geweest. Dat geeft toch meer het gevoel van samenwerken in plaats van afschuiven. Ook is het wenselijk de belastingplichtige op de hoogte te stellen van de gegevens die uiteindelijk in de database worden opgenomen."
Vragen
Ondanks de gebruiksvriendelijkheid van het ‘exchange tax rulings-formulier' roept het formulier toch vragen op waar de praktijk tegen aanloopt. Is het bijvoorbeeld een statisch formulier dat de situatie beoogt weer te geven op het moment waarop de ruling is afgesloten, of een min of meer dynamisch formulier dat in de tijd nog kan veranderen? Ubachs verduidelijkt: "Neem een financieringsvennootschap in Nederland die met regelmaat geld doorleent aan binnen de EU gevestigde groepsvennootschappen. Welke groepsvennootschappen dit zijn, kan continu wisselen. Moet men bij het invullen van het formulier dan uitgaan van de groepsvennootschappen op het moment van afsluiten van de ruling – dat zal lastig worden aangezien in die ruling meestal is afgesproken dat de financieringsvennootschap aan alle groepsvennootschappen mag uitlenen – of van de situatie op het moment van invullen? De bestaande handleiding geeft hier onvoldoende houvast. Hier en daar zijn verduidelijkingen dus gewenst. Besluit men het formulier immers in te vullen, dan moet de verstrekte informatie wel correct zijn!"
Verschillen
Voor wat betreft het wetsvoorstel zelf, signaleert Ubachs tot slot voor de belastingadviespraktijk nog enkele belangrijke verschillen tussen de EU-richtlijn waar het voorstel op ziet, en de automatische uitwisseling op basis van de OESO-afspraken. "EU en OESO-afspraken lopen voor een deel in elkaar over, maar niet helemaal. OESO gaat voor bestaande afspraken uit van een informatie-uitwisseling van rulings gesloten vanaf 1 januari 2010, mits nog geldig op 1 januari 2014. EU wisselt straks gegevens uit over rulings gesloten vanaf 1 januari 2012, mits nog geldig op 1 januari 2014. Een verschil dus van twee jaar."
Voor wat betreft nieuwe rulings, vervolgt Ubachs: "In OESO-verband geldt de automatische uitwisseling van nieuwe rulings gesloten vanaf 1 april 2016 (die verplichting is er dus al) en binnen EU-verband voor nieuwe rulings vanaf 1 januari 2017. Verder moet in OESO-verband uitwisseling plaatsvinden vóór 31 december van dit jaar, terwijl de EU uitgaat van 31 december 2017. De OESO-deadline van eind 2016 verklaart daarmee wellicht de haast die de Belastingdienst maakt in het verzamelen van rulinggegevens."
Bron: Redacteur Marit Muller
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht