Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat België Van Eetvelde, in verband met haar betrokkenheid bij BTW-fraude, hoofdelijk aansprakelijk stelt voor de door een onbekende derde verschuldigde BTW.
Dranken Van Eetvelde NV exploiteert een detailhandel in dranken. De Belgische Belastingdienst constateert dat Van Eetvelde valse facturen opstelt voor de levering van drank aan particulieren, terwijl deze dranken in werkelijkheid worden geleverd aan zakelijke klanten die ze ‘zwart’ doorverkopen. Naar aanleiding van deze constatering worden diverse aanslagen en boetes opgelegd aan Van Eetvelde. Op grond van de Belgische wetgeving behoren daartoe ook belastingschulden van een onbekende derde waarvoor Van Eetvelde hoofdelijk aansprakelijk is gesteld in verband met de betrokkenheid bij de fraude. De Belgische rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat België Van Eetvelde, in verband met haar betrokkenheid bij BTW-fraude, hoofdelijk aansprakelijk stelt voor de door een onbekende derde verschuldigde BTW. Daarbij geldt wel dat aan Van Eetvelde de mogelijkheid moet worden geboden om aan te tonen dat zij alles heeft gedaan wat redelijkerwijs van haar kan worden verlangd om ervoor te zorgen dat de door haar verrichte transacties geen onderdeel uitmaken van die fraude. Ook is het niet in strijd met het EU-recht dat België geen rekening houdt met het recht op aftrek van de in een eerder stadium verschuldigde of voldane belasting door de onbekende derde. Cumulatie van strafrechtelijke sancties en administratieve sancties van strafrechtelijke aard is verder ook toegestaan.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de Europese Unie 50
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rubriek: Europees belastingrecht
Editie: 16 december
Informatiesoort: VN Vandaag