Een eerder aangekondigde inperking van de zogenaamde koepelvrijstelling, waarmee bedrijven en decentrale overheden in een samenwerkingsverband diensten aan hun leden kunnen vrijstellen van btw, wordt opgeschort. De inperking was door het vorige kabinet aangekondigd per 1 januari 2019, als direct gevolg van arresten van het Europese Hof.
Omdat dit financiële consequenties kan hebben voor gebruikers van de koepelvrijstelling wil het kabinet samen met andere Europese lidstaten reparatie via Europese regelgeving. Dit heeft staatssecretaris Snel van Financiën donderdag in een debat aan de Tweede Kamer laten weten.
De koepelvrijstelling geldt ondermeer voor decentrale overheden zoals gemeenten, waterschappen en provincies, maar ook voor woningcorporaties, banken en verzekeraars. Zij kunnen er vanuit kostenbesparing soms voor kiezen om hun werkzaamheden samen uit te voeren in een samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband verricht dan diensten aan haar deelnemers en deze zijn belast met btw.
Voor ondernemers en overheden die geen recht op aftrek van btw hebben zou deze samenwerking nadelig kunnen zijn. Om te voorkomen dat samenwerkingsverbanden daarom niet van de grond komen, is voor die categorie de zogenoemde btw-koepelvrijstelling van toepassing.
Door de arresten van het Europese Hof (Aviva en DNB) zou deze vrijstelling alleen nog maar voor specifiek benoemde prestaties van algemeen belang gelden zoals medische zorg, ziekenhuisverpleging, maatschappelijk werk en sociale zekerheid, prestaties door bejaardentehuizen en het geven van onderwijs.
Dit perkt de vrijstelling zoals deze in Nederland wordt toegepast flink in. De zorg voor een goede en veilige waterhuishouding zou bijvoorbeeld niet meer als prestatie van algemeen belang gelden, waardoor deze werkzaamheden als deze voor waterschappen duurder kunnen worden. Daarom wil het kabinet in Europees verband deze inperking herstellen.
Bron: Ministerie van Financiën
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting