Nederland kreeg in mei een aanwijzing van de Europese Commissie dat de vrijstelling van vennootschapsbedrijven voor overheidsbedrijven afgeschaft moet worden. Aan dat verzoek zal Nederland voldoen met een wet die op 1 januari 2016 in werking zal treden, zo werd daarna bekendgemaakt.
Bij een algemeen overleg in de Tweede Kamer bleek dinsdag dat veel partijen vrezen dat de komende wet een te brede toepassingsbasis krijgt. VVD, PVV en SGP vroegen de staatssecretaris onder meer naar de gevolgen voor waterschappen, naar de (advies)kosten van het opstellen van een openingsbalans en de bijzondere positie van het Havenbedrijf Rotterdam.
Gelijk speelveld
Weekers kon alleen wat betreft de waterschappen (voorlopige) helderheid verschaffen. De Unie van Waterschappen is niet betrokken bij de huidige inventarisatie van economische activiteiten door overheidsbedrijven die plaatsvindt onder auspiciën van VNG en IPO, simpelweg omdat er voor waterschappen "geen probleem" is, aldus Weekers.
De andere punten komen in de genoemde inventarisatie uitgebreid aan de orde en daar wilde Weekers dan ook niet op vooruit lopen. "Voorop staat dat het gaat om het creëren van een gelijk speelveld voor marktpartijen en de overheidsbedrijven die met hen in concurrentie treden. Maar het zal duidelijk zijn dat de vpb-plicht niet voor elk bagatel zal gelden."
Prinsjesdag 2014
Over het Havenbedrijf Rotterdam zei Weekers nog dat er geen sprake kan zijn dat die onderneming vpb zou moeten betalen, terwijl voor havenbedrijven elders in Europa - waar Rotterdam mee concurreert - die plicht niet zou gelden. "Naar mijn verwachting gaat de Europese Commissie daar nog een onderzoek naar uitvoeren", aldus Weekers.
De staatssecretaris verwacht verder dat de inventarisatie dit najaar wordt afgerond. Daarna volgt het ontwerp van de wettelijke maatregel, die Prinsjesdag 2014 gereed moet zijn. De wet kan dan 1 januari 2015 van kracht worden, om 1 januari 2016 in werking te treden.
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws