De inwerkingtreding van het besluit inkomstenverhouding (Besluit IKV) wordt met nog een jaar uitgesteld. Dit heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bekend gemaakt.
Het besluit zou per 1 januari 2023 in werking treden. Reden voor het uitstel is dat één onderdeel van het Besluit IKV nadere praktische invulling voor de uitvoeringspraktijk behoeft. Het gaat om de situatie dat de werkgever een ZW- of WAZO-uitkering betaalt namens UWV en tegelijk ook loon uit tegenwoordige dienstbetrekking terwijl de werknemer nog in dienst is. De uitwerking van deze praktische invulling met betrokken partijen vraagt extra tijd, waardoor een goede invoering van het besluit per 1 januari 2023 niet meer realistisch is.
Een nadeel van uitstel van het Besluit IKV is dat de gewenste verbeteringsslag die met het besluit is beoogd, een jaar later wordt gerealiseerd. Dit heeft onder andere gevolgen voor de handhaving van de gedifferentieerde AWf- (WW) en Aof-premie. Uitstel van het Besluit IKV betekent namelijk dat de tijdelijke werkwijze rondom de werkgeversbetalingen een extra jaar nodig is. De tijdelijke werkwijze houdt in dat werkgevers de gegevens over de dienstbetrekking en over de werkgeversbetaling van de uitkering in één IKV mogen combineren. Deze werkwijze maakt het voor de Belastingdienst en UWV moeilijker om te controleren of werkgevers de juiste WW-premie of Aof-premie afdragen.
Vanaf 2024 moet alle loonaangiftesoftware het registreren van meerdere inkomstenverhoudingen en inzichtelijk registreren van werkgeversbetalingen per werknemer ondersteunen.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Informatiesoort: Nieuws