Je hoort wel eens dat ondernemers beter maar niet kunnen procederen over hun belastingen. Omdat zij belang hebben bij een goede verhouding met de belastingdienst en ook omdat een procedure een ‘tombola' is. Maar is dat ook echt zo? Of is angst ook in dit geval een slechte raadgever?
Een grondige afweging
Er zijn natuurlijk goede redenen om van geval tot geval te bekijken of een procedure wenselijk en noodzakelijk is. Een gang naar de rechter legt een flink emotioneel beslag op wie het overkomt. Procederen kost ook tijd en geld. En er moet soms rekening worden gehouden met publiciteit en imagoschade.
Niet voor niets schrijft artikel 3.7.1 van de Gedragscode voor Europese advocaten het volgende voor:
"De advocaat dient te allen tijde te trachten om in het geschil van de cliënt een oplossing te vinden, die is aangepast aan het belang van de zaak, en hij zal de cliënt op het juiste moment nadrukkelijk adviseren over de wenselijkheid om tot een schikking te komen of een beroep te doen op alternatieve oplossingen om het geschil te beëindigen."
Als een advocaat zijn cliënt adviseert om te procederen, moet hij dus een goede inschatting maken van alle aspecten die daarbij voor die cliënt spelen. En dat zijn er vele.
Tijd
Ondanks alle pogingen om de rechtsgang te versnellen, gaat een procedure meestal lang duren. Voor de bezwaar- en beroepsfase wordt twee jaar als redelijk gezien (een half jaar voor bezwaar, anderhalf voor de procedure bij de rechtbank), voor hoger beroep nog eens twee jaar en uiteindelijk nog eens twee jaar voor cassatie. In het ergste geval ben je dus zes jaar verder voordat er een definitief oordeel ligt. Die tijdsduur kun je als procespartij maar zeer beperkt beïnvloeden: vertragen is veel eenvoudiger dan versnellen.
Imago
Dan de publiciteit. De risico's daarvan moeten niet worden overdreven. Journalisten hebben niet veel aandacht voor fiscale procedures. Dat komt aan de ene kant doordat de fiscale rechtsgang niet openbaar is, maar ook als de wet wordt gewijzigd omdat de politiek meer transparantie wil bij de fiscale procedure ("openbaar, tenzij"), verwacht ik dat de publieke interesse beperkt blijft: belastingheffing heeft nu eenmaal een stoffig imago en de aandacht die het strafrecht heeft, zal het belastingrecht nooit krijgen.
Kosten
Een belangrijke en lastige afweging is die van de kosten: weegt het belang van de procedure op tegen de kosten van rechtsbijstand? Gaat het om een eenmalige of jaarlijks terugkerende correctie?
Tegenover de terechte zorg voor hoge kosten staat dat het griffiegeld nog steeds heel laag is en dat er in een fiscale procedure (in tegenstelling tot de civiele procedure) nauwelijks risico is van een veroordeling in de proceskosten van de tegenpartij is.
Wezenlijk is natuurlijk dat de kosten worden bezien in het licht van de essentiële vraag: hoe groot is de kans op gelijk krijgen? Daarover hierna meer.
Vriendjes blijven
Over de vaak gehoorde wenselijkheid van een goede verhouding met de belastingdienst kan ik kort zijn: meestal is dat onzin.
Of de belastingdienst het leuk vindt dat er wordt geprocedeerd, is voor de cliënt nauwelijks van belang. Voor een rechtsbijstandverlener (de advocaat) ligt dat misschien anders, maar dát is voor de cliënt dan weer niet relevant.
In mijn lange carrière als fiscaal advocaat heb ik eigenlijk nooit meegemaakt dat het voeren van een procedure cliënten naderhand kwalijk werd genomen. Zeker niet als ook de inspecteur vindt dat het ging over iets waarover meningen nu eenmaal kunnen verschillen. Als dat anders ligt en de fiscus bijvoorbeeld boetes wegens opzet oplegt, zijn de verhoudingen meestal al zo verziekt dat procederen helemaal niets meer uitmaakt.
Het is trouwens goed om te bedenken dat de belastingdienst een grote instelling is. Procedures worden meestal door een speciaal team gevoerd en er wordt veel met behandelaars geschoven. Ook daardoor blijkt het collectieve geheugen van de belastingdienst altijd weer buitengewoon kort.
Succes?
Het is – en daarmee kom ik bij de moeilijkste afweging – voor een belastingplichtige erg lastig om in te schatten wat bij een procedure de kans is op succes. Procederen is mensenwerk. Hoeveel tijd gaat het kosten om de inspecteur te overtuigen? Laat die zich, al zijn de argumenten nog zo goed, überhaupt wel overtuigen? Hetzelfde geldt voor de rechter. Is die goed ingevoerd, staat hij open voor een andere kijk op de zaak?
In een procedure wordt niet met gelijke maten gemeten. De bewijspositie van de belastingplichtige is niet dezelfde als die van de belastingdienst. Dat vloeit voort uit de wet, maar er zit ook een gevoelsmatige kant aan: de belastingdienst heeft immers, zo is de perceptie, geen reden om te liegen, terwijl de cliënt vaak wel een belang zou kunnen hebben bij het verdraaien van feiten. Dat maakt de inspecteur geloofwaardig en wat de cliënt of diens adviseur inbrengt, bij voorbaat verdacht. Over het hoofd wordt gezien dat ook (of juist) de inspecteur zich kan vergissen. Dan liegt hij weliswaar niet, maar hij heeft wél ongelijk. Deze ongelijkheid maakt procederen riskant.
En dus … een grondige afweging
Ik ben het er dus van harte mee eens dat het de moeite waard is om altijd goed te overwegen of een procedure wenselijk is dan wel beter kan worden vermeden. Een redelijke schikking is te verkiezen boven het risico van een partijtje vechten, maar het venijn zit ‘m in de vraag wat redelijk is. Neem daarbij in aanmerking dat in een later stadium vaak ook nog kan worden geschikt. De druk van een lopende procedure kan helpen bij onderhandelingen, al was het maar omdat een uitspraak in het voordeel van de belastingplichtige voor de fiscus soms heel lang en breed doorwerkt: de belastingdienst kan daarvan in toekomstige zaken veel last hebben. Voor de belastingplichtige gaat het doorgaans om een weliswaar belangrijke, maar eenmalige kwestie.
Mr. Ludwijn Jaeger, advocaat-belastingkundige
Bron: Jaeger advocaten-belastingkundigen
5