Een man vordert de door hem betaalde alimentatie terug en brengt de proceskosten in aftrek. Volgens het hof zijn deze kosten niet aftrekbaar.
De zaak (Hof Arnhem-Leeuwarden 16 oktober 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9147) verloopt als volgt. Een man betaalt sinds 2010 alimentatie aan zijn ex-echtgenote. In 2014 start de man een procedure om de door hem betaalde alimentatie terug te vorderen. De man haalt zijn gelijk en de vrouw moet de ontvangen alimentatie terugbetalen. Tevens is de vrouw veroordeeld tot betaling van de kosten van het onderzoeksbureau (€ 17.005) en de gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 45.000. Man en vrouw komen vervolgens overeen dat de vrouw niets meer aan de man is verschuldigd. De alimentatie en de (proces)kosten zijn niet terugbetaald. De man voert de kosten op bij de aangifte inkomstenbelasting en de inspecteur weigert de aftrek.
Volgens het hof is de door de man betaalde alimentatie aftrekbaar als ‘persoonsgebonden aftrek’ (artikel 6.1 jo. artikel 6.3, lid 1 en onderdeel a, van de Wet IB 2001).Terugontvangen alimentatie is op grond van artikel 3.139, aanhef en onderdeel a, van de Wet IB 2001, aangemerkt als belaste negatieve persoonsgebonden aftrek. In de Wet IB 2001 is geen bepaling opgenomen waaruit volgt dat kosten die in verband met een dergelijke negatieve persoonsgebonden aftrek zijn gemaakt, aftrekbaar zijn. Het betoog van de man faalt sowieso omdat er geen terugbetaling van de alimentatie door de vrouw heeft plaatsgevonden zodat ook geen sprake is van een (belaste) negatieve persoonsgebonden aftrek. Het gelijk is aan de inspecteur.
Het hof merkt nog op dat er geen fiscaal relevant verschil bestaat tussen de onderhavige situatie en de situatie waarin wordt geprocedeerd om vermindering van de te betalen alimentatie te bewerkstelligen. In laatstgenoemd geval zijn de kosten eveneens niet aftrekbaar. Het hof verwijst daarvoor naar het arrest Hoge Raad 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:317.
Belang voor de praktijk
In artikel 6.3. Wet IB 2001 is een limitatieve opsomming van de uitgaven voor onderhoudsverplichtingen opgenomen. Het gaat dan om alimentatie-uitkeringen, afkoopsommen van alimentatie, verhaalde kosten van bijstand, bedragen ter verrekening van pensioenrechten en lijfrentevoorzieningen en andere specifieke uitkeringen in verband met levensonderhoud. Proceskosten die de alimentatieplichtige maakt tot verweer, vermindering of beëindiging van de alimentatie, zijn niet aftrekbaar als onderhoudsverplichting. Kosten die de alimentatiegerechtigde betaalt om de alimentatie te krijgen, te ontvangen of te behouden zijn wel aftrekbaar. Dit is bepaald in artikel 3.108 Wet IB 2001.
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden
Informatiesoort: Nieuws