Dit blijkt uit jaarlijks onderzoek van KPMG onder honderd Nederlandse pensioenfondsen. Van de onderzochte fondsen geeft bijna 90% aan dat het beoordelen van de fiscale gevolgen geen of een beperkte rol speelt wanneer belangrijke investeringsbeslissingen moeten worden genomen. Daarnaast speelt het minimaliseren van de belastingheffing geen enkele rol wanneer investeringsbeslissingen moeten worden genomen. Dit betekent dat de fondsen enerzijds nauwelijks profiteren van de fiscale faciliteiten die in het algemeen in het buitenland gelden en anderzijds slechts in beperkte mate gebruik maken van investeringsvehikels om de belastingheffing te beperken.
"Pensioenfondsen staan al jaren onder druk om hun beleggingsrendementen te verhogen en daarmee hun dekkingsgraad te verbeteren", constateert Erwin Nijkeuter van KPMG Meijburg & Co. Nijkeuter: "De fondsen staan dan ook voor de uitdaging om de investeringsstructuur zodanig in te richten dat de fiscale gevolgen worden geminimaliseerd en het rendement wordt geoptimaliseerd. Er zijn verschillende mogelijkheden om met de juiste structurering van investeringen de belastingheffing te minimaliseren. Door bij het opzetten van een investeringsstructuur bijvoorbeeld al rekening te houden met bronheffingen kunnen deze vaak volledig worden vermeden. Ook fiscale aangifte verplichtingen kunnen een behoorlijke last vormen, zowel in financieel als organisatorisch opzicht. Ook hier is het zaak om goed te analyseren hoe deze last kan worden beperkt."
Voor Nederlandse pensioenfondsen geldt dat zij in Nederland zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Nijkeuter: "De gedachte hierbij is dat zij naar hun aard geen winst maken, maar deze ten goede laten komen aan uitkeringsgerechtigden in de vorm van lagere premies of hogere uitkeringen. Deze vrijstelling zorgt er mede voor dat pensioenfondsen vaak relatief weinig aandacht hebben voor belastingheffing over beleggingsinkomsten. Nu pensioenfondsen echter steeds vaker in het buitenland investeren en dit in toenemende mate doen via beleggingsfondsen waarin ook andere investeerders participeren, is de vrijstelling van belastingheffing en de afwezigheid van fiscale aangifteverplichtingen in binnen- en buitenland niet langer vanzelfsprekend. Dat betekent dat het inzicht in de fiscale gevolgen steeds belangrijker wordt."
Volgens Nijkeuter kennen andere landen in het algemeen fiscale vrijstellingen voor pensioenfondsen die lijken op de Nederlandse vrijstellingen. Nijkeuter: "Toch blijkt het in de praktijk vaak lastig voor Nederlandse pensioenfondsen met beleggingen in het buitenland om met succes een beroep te kunnen doen op de daar geldende vrijstellingen voor pensioenfondsen. Veel landen eisen dan namelijk dat een pensioenfonds moet voldoen aan alle lokale wet- en regelgeving voor pensioenfondsen. Deze buitenlandse wet- en regelgeving is vaak erg ingewikkeld. Als een pensioenfonds hieraan wil voldoen, legt dit een groot beslag op de administratieve afdeling van het pensioenfonds. Dit beslag groeit als men te maken krijgt met meerdere landen. In de praktijk heeft dit vaak tot gevolg dat pensioenfondsen er voor kiezen in het buitenland geen beroep te doen op de vrijstelling voor pensioenfondsen en daar dus belasting te betalen. Dat is jammer omdat dit het rendement op de investering verlaagt, terwijl fiscale wet- en regelgeving doorgaans de mogelijkheid biedt om de belastingheffing over beleggingsinkomsten te beperken."
Bron: KPMG