De NOB is kritisch over de voorgestelde BTW-maatregel om short stay-structuren aan te pakken, omdat het effect te breed is. Dat staat in de reactie van de Orde op de internetconsultatie BTW-herziening diensten onroerende zaken.
De voorgestelde wijzigingen lijken zich niet te beperken tot ondernemers die vastgoed laten verbouwen met het doel om deze btw-vrijgesteld te verhuren, maar treffen een veel bredere groep ondernemers. Hierbij valt te denken aan ziekenhuizen, onderwijsinstellingen, etc. In die sector komen per jaar wisselende aftrekpercentages voor die steeds weer tot herziening zouden kunnen leiden. De NOB vraagt zich dan ook af of het inderdaad de bedoeling is dat naast de short stay-structuren ook andere soorten ondernemers als ook andere soorten vastgoed onder de maatregel vallen. De voorgestelde regeling zorgt voor een aanzienlijke administratieve lastenverzwaring, aldus de Orde. Verder stelt de NOB vragen over de afbakening van de diensten en de hoogte van het drempelbedrag.
De reactie van de NOB bevat een aantal alternatieve denkrichtingen om ongewenste en/of niet beoogde gevolgen van het voorstel te beperken:
- Beperken kwalificerend vastgoed;
- Aanscherpen voorwaarden short stay;
- Hogere drempel.
De NOB vraagt zich voorts af hoe groot het financiële belang is na inwerkingtreding van de Wet vaste huurcontracten, of rekening is gehouden met de verwachte effecten van het Europese ViDA-voorstel en of de voorgestelde maatregel wel past binnen de Europese BTW-regels.
Bron: NOB
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Omzetbelasting