The compatibility with EU law of national rules, such as those at issue in the main proceedings, under which a company resident in a Member State cannot set off corporation tax paid in another Member State or in a third State by capital companies distributing dividends, because of the exemption of those dividends from tax in the first Member State when they stem from shareholdings representing at least 10% of the capital of the company making the distribution and, in the case in point, the actual shareholding of the capital company receiving the dividends exceeds 90% and the recipient company has been incorporated in accordance with the law of a third State, must be assessed in the light of Articles 63 TFEU and 65 TFEU. Article 63 TFEU must be interpreted as not precluding application of the exemption method to dividends distributed by companies resident in other Member States and in third States, when the imputation method is applied to dividends distributed by companies resident in the same Member State as the company receiving them and, if the latter company records losses, the imputation method results in the tax paid by the resident company that made the distribution being fully or partially refunded.
Gerelateerde artikelen
Transactiewaarde ook van toepassing bij voorlopige prijs invoergoederen
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de douanewaarde van goederen in een situatie als bij Tauritus, waarbij naast de voorlopige prijs ook de voorwaarden die de definitieve prijs ervan zullen bepalen bekend zijn, moet worden bepaald volgens de transactiewaardemethode van art. 70 lid 1 Douanewetboek.
Voortgang richtlijnvoorstel Invoer one stop shop
De Ecofinraad heeft op 13 mei 2025 een voorlopig standpunt (general approach) vastgesteld over het richtlijnvoorstel met BTW-regels voor afstandsverkopen van ingevoerde goederen en de BTW bij invoer. Het richtlijnvoorstel is onderdeel van het hervormingspakket Douane-unie.
Publicatie DAC9 in Publicatieblad EU
De wijzigingsrichtlijn DAC9 is gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU. De richtlijn wijzigt de Administratieve samenwerkingsrichtlijn 2011/16/EU.
Intentieverklaring Nederland-Duitsland met verdergaande maatregelen voor grensarbeiders
Nederland en Duitsland willen verdergaande oplossingen voor mobiel werkende grensarbeiders creëren. Dit staat in een intentieverklaring die bij de ondertekening van het wijzigingsprotocol bij het belastingverdrag Nederland-Duitsland op 14 april 2025, ook is ondertekend door beide landen. De intentieverklaring is nu gepubliceerd in de Staatscourant.
No-cure-no-pay-dienst is volgens A-G HvJ EU BTW-belaste handeling
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de door T.P.T. verrichte no-cure-no-pay-dienst onder bezwarende titel wordt verricht en derhalve voor de BTW een belastbare handeling vormt. Dat onzekerheid bestaat of en voor welk bedrag een honorarium wordt betaald is niet van belang.
Subsidie achteraf voor verliezen personenvervoer niet BTW-belast
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de subsidie, die door een lokale overheid aan P S.A. wordt uitgekeerd om de verliezen te dekken die zij lijdt bij het verrichten van diensten inzake openbaar personenvervoer, niet is begrepen in de BTW-heffingsmaatstaf van P S.A.
Richtlijnvoorstel inzake Invoer One Stop Shop op agenda Ecofinraad
In de agenda van de Ecofinraad van dinsdag 13 mei 2025 staat het vaststellen van een voorlopig standpunt (general approach) over het richtlijnvoorstel met BTW-regels voor afstandsverkopen van ingevoerde goederen en de BTW bij invoer. Het richtlijnvoorstel is onderdeel van het hervormingspakket Douane-unie.