Voldoet iemand, die niet met naam is aangemeld bij de pensioenuitvoerder van de samenwonende partner, aan de criteria van fiscaal partnerschap? Er bestaat geen samenlevingscontract tussen de twee. En maakt het nog uit of de NAW-gegevens wel bekend zijn bij de pensioenuitvoerder? Een casus.

De casus luidt als volgt.

Henk woont samen met zijn vriend in een huurwoning. Ze hebben nog geen kinderen en voorlopig zijn ze nog niet van plan een samenlevingscontract te sluiten. Zijn pensioenregeling kent een onbepaald partnersysteem. Mocht Henk overlijden, dan krijgt zijn vriend een nabestaandenpensioen. Worden zij aangemerkt als fiscaal partner?

De uitwerking is als volgt. Het algemene fiscale partnerbegrip is neergelegd in art. 5a AWR. In art. 1.2 Wet IB 2001 wordt dit partnerbegrip uitgebreid en beperkt. Volgens deze twee bepalingen worden voor de inkomstenbelastingheffing ongehuwd samenwonenden onder andere als fiscaal partner aangemerkt als zij op hetzelfde adres bij de gemeente staan ingeschreven en aan minimaal één van de volgende voorwaarden voldoen:

  • De ongehuwd samenwonenden hebben samen een notarieel samenlevingscontract. Ze moeten dan allebei meerderjarig zijn.
  • De ongehuwd samenwonenden hebben samen een kind.
  • Een van de ongehuwd samenwonenden heeft een kind en de ander heeft dit kind erkend.
  • De ongehuwd samenwonenden hebben samen een eigen woning die het hoofdverblijf is.
  • De ongehuwd samenwonenden waren in het voorafgaande kalenderjaar reeds elkaars fiscaal partners.
  • Een van de ongehuwd samenwonenden is voor de toepassing van een pensioenregeling als partner van de ander aangemeld.

Henk geeft aan dat voor zijn pensioenregeling het onbepaald partnersysteem geldt. De deelnemer hoeft zijn of haar partner in zo’n regeling niet aan te melden voor het partnerpensioen. De uitvoerder controleert pas bij scheiding, overlijden of op de pensioendatum of een aanwezige partner in aanmerking komt voor het partnerpensioen.

In een recent gepubliceerd standpunt (KG:202:2023:42) geeft de Belastingdienst aan dat als een partner niet met naam is aangemeld bij de pensioenuitvoerder, niet wordt voldaan aan de eis zoals genoemd in art. 1.2 lid 1 onderdeel c Wet IB 2001, dat de partner moet zijn aangemeld voor de pensioenregeling. De wetgever heeft dit bewust als eis in de wet opgenomen, omdat het fiscaal partnerschap moet kunnen worden vastgesteld aan de hand van objectieve criteria. De partner is bij een onbepaald partnersysteem niet bekend bij de pensioenuitvoerder met NAW-gegevens. Daarom is niet aan de hand van een objectief criterium vast te stellen of sprake is van fiscaal partnerschap.

Eerder was een standpunt van soortgelijke strekking al ingenomen in een Vraag-en Antwoord (V&A 11-028, 17 december 2015).

Belang voor de praktijk

Sommige uitvoerders kennen een variant van het onbepaalde partnersysteem waarbij de partner wél kan worden aangemeld. Dan zijn de NAW-gegevens van de partner bij de uitvoerder bekend en is wel sprake van fiscaal partnerschap. Stel dat beide partners een pensioenregeling hebben en er in één pensioenregeling sprake is van een regeling met bepaalde partner en de andere een onbepaalde partner, dan is wederzijds sprake van fiscaal partnerschap.

Als is voldaan aan het begrip partner voor de pensioenregeling, is vaak ook al op andere gronden sprake van fiscaal partnerschap. Bij veel uitvoerders wordt de eis gesteld dat om in aanmerking te komen voor partnerpensioen sprake moet zijn van een samenlevingscontract. Daarmee wordt dan al voldaan aan de voorwaarden van art.5a lid 1 letter b AWR om als fiscaal partner te worden aangemerkt.

Bron: Legal & Tax Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

263

Gerelateerde artikelen