De Belgische regering plant via de Programmawet van eind 2013 in de inkomstenbelastingen een fiscale transparantie voor oprichters van buitenlandse juridische constructies in te voeren met ingang van 1 januari 2014 middels de introductie van een eigendomsfictie.
De fiscale transparantie sluit aan bij de verplichting die deze zomer werd ingevoerd voor oprichters om buitenlandse juridische constructies te melden in de aangifte in de personenbelasting vanaf aanslagjaar 2014 inzake het inkomstenjaar 2013. In het ontwerp van Programmawet wordt het begrip "derde begunstigden" gedefinieerd. Vervolgens wordt het toepassingsgebied van de meldingsplicht met de "derde begunstigden" verbreed.
Tot slot kwalificeert het ontwerp van de Belgische Programmawet de uitkeringen die "derde begunstigden" van buitenlandse juridische constructies ontvangen, als belastbare inkomsten.

1 Invoering fiscale transparantie in de inkomstenbelastingen

1.1 Invoering van eigendomsfictie
 
Belastingplichtigen in de Belgische inkomstenbelastingen worden met ingang van 1 januari 2014 geacht eigenaar te zijn van de goederen, rechten en kapitalen in het bezit van buitenlandse juridische constructies waarvan zij de oprichter zijn, en van de inkomsten van voormelde goederen, rechten en kapitalen.
 
Onder oprichters worden ook oprichters-erfgenamen begrepen. Zij worden geacht eigenaar te zijn in verhouding tot hun aandeel verworven in de juridische constructie of bij gebrek daaraan in verhouding tot hun aandeel in de nalatenschap. 
 
1.2  Overname van definitie van juridische constructie
 
De definitie van juridische constructie zoals deze zomer ingevoerd voor de meldingsplicht, wordt in principe overgenomen. Aldus wordt in principe onder een juridische constructie verstaan :
 
a) een rechtsverhouding, die door een rechtshandeling van de oprichter of door een rechterlijke beslissing in het leven wordt geroepen, waarbij goederen of rechten onder de macht van een beheerder worden gebracht om ze te besturen ten behoeve van een begunstigde of van een welbepaald doel; 
 
b) buiten België gevestigde rechtsvormen (waaronder onder andere begrepen rechtspersonen, al dan niet met winstoogmerk, zoals bijvoorbeeld vennootschappen, maar ook verenigingen) die krachtens de bepalingen van het land of rechtsgebied van vestiging, aldaar niet aan een inkomstenbelasting zijn onderworpen of aldaar, wat de inkomsten van kapitalen en roerende goederen betreft, aan een aanzienlijk gunstigere belastingregeling zijn onderworpen dan die waaraan die inkomsten in België zijn onderworpen, en waarvan de juridische rechten van de aandelen geheel of gedeeltelijk door een rijksinwoner zijn gehouden of waarvan de begunstigde van de economische rechten van goederen en kapitalen een rijksinwoner is.
 
 
De fiscale transparantie geldt niet voor de onder b) beoogde rechtsvormen die onderworpen zijn aan een effectief tarief van 10% in de inkomstenbelastingen. De meldingsplicht geldt wel. De belastingplichtige moet ieder jaar bewijzen dat aan de voorwaarde inzake tarief is voldaan. 
 
1.3 Koninklijk Besluit met lijst van beoogde rechtsvormen 
 
Een nog te publiceren Koninklijk Besluit bepaalt met betrekking tot de onder letter b) beoogde rechtsvormen, de voor welbepaalde landen of rechtsgebieden beoogde rechtsvormen. De lijst zal regelmatig worden herzien.
 
Ook bepaalde rechtspersonen die gevestigd zijn in E.U.-jurisdicties zouden op de ontwerplijst voorkomen, zoals de Luxemburgse Société de gestion de Patrimoine Familial, maar daar is thans nog geen uitsluitsel over. 
 
1.4 Verbreding van oprichtersbegrip
 
De definitie van oprichter zoals deze zomer ingevoerd voor de meldingsplicht, wordt in principe overgenomen. Echter, de definitie van oprichter-erfgenaam wordt verbreed. Aldus wordt voortaan onder oprichter van een juridische constructie verstaan :
- hetzij, de natuurlijke persoon die de constructie heeft opgericht;
- hetzij, wanneer de constructie is opgericht door een derde, de natuurlijke persoon die er goederen en rechten heeft in ondergebracht;
- hetzij, de natuurlijke personen die direct of indirect erfgenaam zijn van de hiervoor bedoelde personen, of de natuurlijke personen die direct of indirect zullen erven van de hiervoor vernoemde personen, vanaf het overlijden, tenzij die erfgenamen aantonen dat zijzelf of hun rechthebbenden op geen enkel ogenblik en op geen enkele manier van financiële of andere voordelen, toegekend door de constructie bedoeld in a), zullen genieten;
- hetzij de natuurlijke personen die houder zijn van de juridische rechten van de aandelen of van de economische rechten van de goederen en kapitalen in het bezit van de in b) bedoelde constructie.

2 Invoering begrip "derde begunstigden"

Onder derde begunstigden van een juridische constructie worden zowel natuurlijke personen als welbepaalde rechtspersonen verstaan die, op enig ogenblik en op om het even welke wijze, enig voordeel verkrijgen, toegekend door een juridische constructie. 
 
Een oprichter kan ook derde begunstigde zijn.

3 Verbreding meldingsplicht met "derde begunstigden" 

3.1 Invoering meldingsplicht voor derde begunstigden
 
Niet alleen oprichters maar ook derde begunstigden van een buitenlandse constructie moeten de constructie in de aangifte melden.
 
3.2 Voorlegging stukken bij controle 
Bij controle dient de aangever stukken voor te leggen. 
 
3.3 Verbreding toepassingsgebied tot rechtspersonen
De meldingsplicht gaat ook gelden voor derde begunstigden van juridische constructies die belastingplichtig zijn in de rechtspersonenbelasting (zoals bijvoorbeeld private stichtingen).

4 Invoering belastingheffing over uitkeringen aan "derde begunstigden"

De sommen en voordelen die de opbrengsten zijn van goederen, rechten of kapitalen die in het bezit zijn van een juridische constructie en die buiten de uitoefening van een beroepswerkzaamheid door een derde begunstigde worden verkregen van een juridische constructie, worden belastbaar gesteld als diverse inkomsten tegen een vast tarief van 25%. 
 
Er wordt een uitzondering gemaakt :
- voor sommen en voordelen die werkelijk belast zijn in hoofde van een oprichter in België of in het buitenland op basis van een gelijkaardige wetgeving ; en
- voor terugbetalingen van goederen, kapitalen en rechten in het bezit van de juridische constructie in de mate waarin die terugbetaling de waarde niet overstijgt die deze goederen, rechten of kapitalen hadden bij de oprichting van de juridische constructie en voor zover de derde begunstigde dit aantoont.
 

Bron: Loyens & Loeff

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht

0

Gerelateerde artikelen