Naar verwachting verruimt de Belastingdienst zijn standpunt over de toepassing van de werkkostenregeling bij bedrijfsuitjes en personeelsfeesten die werkgevers op een externe locatie organiseren.
De Belastingdienst is van mening dat bij bedrijfsuitjes en personeelsfeesten die de werkgever op een externe locatie organiseert in het kader van de dienstbetrekking de gerichte vrijstellingen voor maaltijden en reis- en tijdelijke verblijfskosten van toepassing zijn. Dit betekent dat de reiskosten van en naar het bedrijfsuitje of het personeelsfeest, de kosten van de maaltijden, de hapjes en de drankjes en de overnachtingen niet in mindering komen op de vrije ruimte van 1,2% van de fiscale loonsom. Voor veel werkgevers betekent dit een verruiming van hun werkkostenbudget. Ook voor ondernemers in de evenementen- en cateringbranche is dit goed nieuws.
Voor zover de activiteiten op en rond het uitje of het personeelsfeest in overwegende mate het karakter van vertier hebben, is sprake van een personeelsfestiviteit. De kosten die hiermee samenhangen, vormen loon voor de werknemers, tenzij de werkgever het loon aanwijst als eindheffingsbestanddeel. Hierbij kan worden gedacht aan de kosten van de personeelsactiviteit zelf (een potje paintball) of het optreden van een artiest.
Voor zover het bedrijfsuitje wordt gecombineerd met een studiedag met een overwegend zakelijk karakter zijn de gerichte vrijstellingen voor cursussen, congressen en dergelijke en voor verblijfskosten van toepassing. Er zal dan een ‘knip' moeten worden aangebracht tussen de activiteiten op en rond de studiedag en de op vertier gerichte activiteiten. De specifieke omstandigheden zullen bepalend zijn voor de vraag of een dergelijke ‘knip' moet worden aangebracht. De invulling van het programma en de tijdsbesteding zullen daarbij richtinggevend zijn. In alle situaties zal de werkgever desgevraagd de afzonderlijke onderdelen van de activiteit op de facturen moeten kunnen specificeren.
Bron: KPMG Meijburg
2