Vrijdag 30 september 2016 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een kwestie die gemeenten en Meijburg & Co al tijden verdeeld hield. In de taxatiewijzers van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt namelijk de waarde van een ouder pand rekenkundig verhoogd door het oprekken van de levensduur. De Hoge Raad steekt een stokje voor deze methodiek door het hof te volgen in de stelling dat het zonder meer oprekken van de levensduur niet door de beugel kan.
Hoewel de Hoge Raad zich in het arrest boog over een ziekenhuis, heeft dit arrest verstrekkende gevolgen voor al het vastgoed met een bouwjaar tot kort na de eeuwwisseling dat als incourant kan worden betiteld. Incourant vastgoed zijn gebouwen waarvan weinig tot geen verkoopcijfers zijn. Naarmate het bouwjaar verder in het verleden ligt, neemt de betekenis van dit arrest toe voor de betrokken belastingplichtigen.
Behalve de waarderingsmethodiek heeft de Hoge Raad een standpunt omtrent de vrijstelling van werktuigen in een onroerende zaak gepreciseerd. Na in een eerder arrest te hebben vastgesteld dat in een ziekenhuis werktuigen aanwezig zijn die het medisch proces dienen en daardoor buiten de WOZ-waarde moeten worden gelaten, heeft de Hoge Raad in dit arrest aangegeven dat installaties waarvan meer dan 70% van de waarde kan worden toegewezen aan het medisch proces buiten de WOZ-waarde blijven.
Ook dit onderdeel van het arrest heeft een reikwijdte tot ver buiten ziekenhuizen. Naast aanpalende sectoren is het arrest ook van betekenis voor de waardebepaling van bijvoorbeeld productiefaciliteiten.
Bron: KPMG Meijburg
5