Herhaling
Het korte debat was grotendeels een herhaling van zetten. Staatssecretaris Weekers gaf nogmaals aan dat hij staat voor een buitengewoon goed vestigingsklimaat, maar tegelijkertijd oog heeft voor de goede internationale reputatie van Nederland. Zoals de bewindsman in januari ook al in een brief aan de Tweede Kamer aangaf, zal hij niet eenzijdig maatregelen in de Nederlandse fiscale wet- en regelgeving doorvoeren. "De Britten, de Luxemburgers of de Zwitsers lachen zich een hoedje wanneer wij eenzijdig ons fiscale vestigingsklimaat verslechteren. Zij zullen de rode loper uitrollen voor bedrijven die zich in die landen vestigen. Ik voel daar niet voor", zo verklaarde hij zich nader. Een Kamermeerderheid schaart zich achter deze insteek, maar vreemd genoeg werd een motie met deze strekking van Van Vliet (PVV) verworpen.
Nederland geen belastingparadijs
Weekers kreeg het nog aan de stok met Merkies (SP). Het Kamerlid vindt Nederland een belastingparadijs. "Wij zijn een doorvoer- en doorsluisparadijs voor belastingen," voegde hij daar aan toe. Een licht geïrriteerde Weekers sprak van nestbevuiling, wat Merkies weer op zijn achterste benen deed staan. Van Vliet leek nog het meeste in hetzelfde straatje als de bewindsman te wandelen. Het Kamerlid hekelde de kwalificatie belastingparadijs voor Nederland en riep het kabinet op deze kwalificatie ook te verwerpen en waar mogelijk in de discussie erop aan te dringen deze kwalificatie achterwege te laten. Weekers reageerde enthousiast. "Het zou mij zeer welgevallen als de meerderheid van de Kamer mij hierin nadrukkelijk en expliciet ondersteunt," zo riep hij op. Zijn oproep viel in goede aard. Een motie van deze strekking van Van Vliet werd wel aangenomen.
Toetsingskader voor verdragen met ontwikkelingslanden
Weekers zegde ook toe met een brief te zullen komen over de belastingverdragen met ontwikkelingslanden. Samen met minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is Weekers bezig met een inventarisatie van ontwikkelingslanden, waarbij het belastingverdrag met Nederland zijns inziens om verschillende redenen wel eens tegen het licht gehouden dient te worden. Over de uitkomsten van deze inventarisatie zal de Kamer per brief worden geïnformeerd. Omtzigt (CDA) wilde, gesteund door onder meer Merkies, van Weekers weten binnen welk kader deze inventarisatie plaatsheeft, maar de bewindsman vond dat teveel bureaucratische rompslomp. De Kamer moest maar gewoon afwachten waar het kabinet mee komt, zo luidde impliciet de boodschap. Een meerderheid kon zich echter niet in deze vrijblijvendheid vinden. De aangenomen motie Omtzigt c.s. geeft het kabinet de opdracht een toetsingskader uit te werken voor het beoordelen van de belastingverdragen met ontwikkelingslanden.
Country-by-country reporting
Merkies huldigde, gesteund door Klaver (GL), nog de stelling dat multinationals moeten laten zien hoeveel belasting ze in elk land betalen (country-by-country reporting). Weekers vond dit een open deur. Hij verwees naar een brief van minister Kamp van Economische Zaken van 8 februari. Het kabinet zet in op een Europese rapportageplicht die zoveel mogelijk in lijn is met de verplichtingen in de Amerikaanse wetgeving in het kader van de Dodd-Frank Act. De minister van Economische zaken en zijn collega van Veiligheid en Justitie buigen zich volgens Weekers over de Europese richtlijn hierover, en de implementatie ervan in de wetgeving. De bewindsman had dan ook weinig behoefte aan een motie. Desondanks werd de motie Merkies/Klaver aangenomen waarin de regering wordt verzocht zich in te zetten om country-by-country reporting op Europees niveau door te voeren.
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws