Op 1 december 2016 heeft de Europese Commissie voorstellen gedaan voor verbetering van het btw-klimaat voor onlineverkopen binnen de EU. Die plannen komen geen dag te vroeg. Het huidige btw-systeem dateert nog van ver vóór internet en alle ontwikkelingen op het gebied van e-commerce. Nieuwe regels zijn dan ook méér dan welkom, vindt Marco Gomes Vale Viga.
Gomes Vale Viga, btw-adviseur bij Hamelink & Van den Tooren  en voorheen werkzaam bij het Ministerie van Financiën, is wel benieuwd wat er, na onderhandeling tussen de lidstaten, overblijft van de voorgestelde ambitieuze aanpassingen van de btw-richtlijn.

Ambitieuze plannen

Na het op 7 april 2016 gepresenteerde btw-actieplan, zet de Europese Commissie (EC) nu een vervolgstap in de hervorming van het huidige EU-btw-stelsel. De plannen zien vooralsnog voornamelijk op nieuwe btw-regels ter ondersteuning van de digitale handel in de EU. Zo wil de EC de drempel voor afstandsverkopen afschaffen en de mini-one-stop-shop (MOSS)-portal voor de verkoop van elektronische diensten uitbreiden naar een volwaardig éénloketsysteem voor alle in de EU verschuldigde btw over de online verkoop van goederen en diensten aan particulieren (eindconsumenten). Als het aan de EC ligt, worden ook de btw-regels voor micro-ondernemingen en e-commerce start-ups vereenvoudigd en gaat een streep door de btw-vrijstelling bij de invoer van kleine zendingen. Ten slotte mogen lidstaten straks hetzelfde btw-tarief voor e-publicaties (zoals e-boeken en e-kranten) hanteren als het tarief dat nu van toepassing is op de gedrukte versie van deze publicaties. 

Positief

Gomes Vale Viga is positief gestemd over de plannen. "Het huidige btw-systeem is verouderd en moet nodig worden aangepast aan de tijd van nu en liefst ook aan de toekomst. E-commerce, al dan niet grensoverschrijdend, is niet meer weg te denken en verdient een plaats binnen het Europeesrechtelijk kader. De tijd van het steeds maar weer inpassen van nieuwe ontwikkelingen in een verouderd btw-systeem is verstreken. De EC pakt terecht de handschoen nu op. Hopelijk zijn de voorstellen niet achterhaald tegen de tijd dat ze worden geïmplementeerd in nationale wetgeving."

Nieuwe drempels

De voorgestelde vereenvoudiging van de btw-regels voor micro-ondernemingen en start-ups ziet met name op het invoeren van nieuwe jaarlijkse omzetdrempels vanaf 2018 voor grensoverschrijdende elektronische diensten aan zowel particulieren als ondernemers. De aanbieder die met zijn diensten in een andere EU-lidstaat onder een omzetdrempel van € 10.000 blijft, kan gewoon de btw-regels van zijn thuisland hanteren, inclusief de gunstige regelingen voor kleine ondernemers, zoals de kleineondernemersregeling in Nederland. Gomes Vale Viga spreekt van een welkome tegemoetkoming voor de ‘kleine' elektronische dienstverlener. "Deze hoeft zich niet te registreren in allerlei andere lidstaten, mits hij de minimum drempel van € 10.000 aan omzet in die lidstaten maar niet overschrijdt. In dit digitale tijdperk scheelt dit voor de digitale ondernemer een kostbare registratie in menig EU-lidstaat. Dit voorstel moet al ingaan per 1 januari 2018 en dat is behoorlijk krap, aangezien dit nog moet worden vormgegeven in een richtlijn, waar lidstaten nog over moeten discussiëren. De meeste lidstaten zullen deze maatregel vermoedelijk wel als ‘prettig' ervaren, dus veel weerstand zal er niet zijn."

Einde afstandsverkopenregeling

Speciaal voor het ‘elektronische' midden-en kleinbedrijf wil de EC vanaf 2018 een tweede jaarlijkse omzetdrempel van € 100.000 invoeren om administratieve lastenverlichting te bieden voor ondernemers die e-diensten aanbieden. Ondernemers geregistreerd onder de MOSS kunnen onder die omzetdrempel  straks volstaan met één bewijsstuk in plaats van twee bewijstukken om aan te tonen in welk EU-land de klant is gevestigd. De twee nieuwe omzetdrempels (€ 10.000 en € 100.000) kunnen uiterlijk in 2021 ook gaan gelden voor online verkochte goederen. Gomes Vale Viga wijst ook op de afstandsverkopenregeling, die tegelijkertijd komt te vervallen. "De afstandsverkopenregeling ziet nu op de levering van goederen aan consumenten in een andere EU-lidstaat dan die waar de ondernemer is gevestigd. Zolang de ondernemer onder een door de EU-lidstaat van levering bepaalde drempel blijft (variërend van € 35.000 tot € 100.000), betaalt hij btw in het land van vestiging. Wie over de drempel heen gaat, zal zich moeten registreren in het andere land voor de levering aldaar. Door de voorgestelde uitbreiding van de MOSS voor intracommunautaire leveringen van goederen, alsook de levering van goederen door niet-EU ondernemers, hoeven deze leveranciers zich slechts in één EU-lidstaat te registeren."

éénloketsysteem

In 2021 wil de EC de huidige MOSS-portal voor de verkoop van elektronische diensten uitbreiden naar een volwaardig éénloketsysteem voor alle in de EU verschuldigde btw over grensoverschrijdende (online) verkoop van goederen en diensten aan particulieren. "Een ambitieuze stap", geeft Gomes Vale Viga aan, "waar menig ondernemer blij mee zal zijn gezien de verminderde compliance kosten, maar voor de lidstaten is het waarschijnlijk een discussiepunt. Lidstaten zullen bepaalde waarborgen willen hebben dat zij de aan hen toekomende btw (zoals aangegeven in het éénloketsysteem) ook daadwerkelijk van elkaar zullen ontvangen."

Elektronische publicaties

Een in het oog springend voorstel is ook de aanpak van het btw-tarief voor e-publicaties. Na instemming mogen lidstaten voor e-boeken, e-kranten en dergelijke hetzelfde btw-tarief hanteren als voor de gedrukte versies. Daarmee maakt de EC op aandringen van de media en diverse lidstaten een einde aan het verschil in btw-behandeling tussen elektronische publicaties en fysieke publicaties. Gomes Vale Viga: "Een meer dan logische aanpassing want het valt aan de ‘gemiddelde consument' niet te verklaren dat voor een gedrukt boek het lage btw-tarief geldt, terwijl de digitale versie duurder uitpakt enkel en alleen omdat daarop het algemene btw-tarief van toepassing is. Dat terwijl de consument het toch vooral ervaart als hetzelfde boek."
 
Gomes Vale Viga vervolgt: "Het is wel interessant om te volgen hoe de diverse lidstaten hiermee zullen omgaan. Het betreft namelijk een ‘kan' bepaling in de btw-richtlijn. Ofwel, EU-lidstaten zijn niet verplicht de tariefsverlaging door te voeren. Het budgettaire argument is dan nog de enige strohalm die de wetgever heeft om een dergelijke maatregel af te houden. Naar verwachting zal de definitie van wat een digitaal boek is, aan de nationale wetgeving van EU-lidstaten worden overgelaten. Dit betekent dat hetzelfde Engelstalige managementboek mogelijk goedkoper kan worden gedownload door een inwoner in de ene EU-lidstaat, dan door zijn buurman over de grens. Hoewel tariefverschillen van alle tijden zijn, wringt dit ergens wel."

Invoer van kleine zendingen

Dan is er tot slot nog het schrappen van de btw-vrijstelling bij de invoer in de EU van kleine zendingen met een waarde van minder dan € 22. Een maatregel tegen btw-fraude van buiten de EU, die moet ingaan vanaf 2022. Dan moet de consument ook gewoon btw betalen over ‘kleine' pakketjes van leveranciers van buiten de EU. Volgens Gomes Vale Viga is het begrijpelijk dat aan de btw-vrijstelling voor de invoer van zendingen met een kleine waarde (€ 22 voor de btw en € 150 voor invoerrechten) een einde komt, gezien de fraudegevoeligheid hiervan. "Het is trouwens opvallend om te zien hoe een continent als Australië met kleine zendingen omgaat. De EC wil de interne markt beschermen met de afschaffing van de btw-vrijstelling voor kleine zendingen, omdat hier veel fraude en misbruik mee is, terwijl Australië juist een invoervrijstelling heeft van 1.000 Australische dollars (zo'n € 700) voor kleine zendingen en daar prima mee kan leven."   

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

3

Gerelateerde artikelen