In het licht van de huidige COVID-19 crisis heeft de NOB grote moeite met de timing van de voorgestelde aanpassing van de verliesverrekeningsregels in de vennootschapsbelasting. Dit schrijft de NOB in haar commentaar op de eerste nota van wijziging bij het Belastingplan 2021. Veel bedrijven zullen in 2020 en vermoedelijk ook in 2021 verlieslatend zijn. Het is dan een hard gelag voor deze bedrijven dat zij in winstjaren vanaf 2022 geconfronteerd worden met de beperkende werking van de voorgestelde wijziging van de verliesverrekeningsregels. De Orde vraagt om onderbouwing van de noodzaak om deze maatregel nu in te voeren. In het verlengde hiervan verzoekt de Orde de staatssecretaris te overwegen om de maatregel uit te stellen dan wel de franchise van 1 miljoen euro tijdelijk te verhogen.

De voorgestelde verliesverrekeningsmaatregelen zijn van invloed op diverse andere regelingen in de vennootschapsbelasting. De nota van wijziging bij het Belastingplan 2021 voorziet voor een aantal gevallen in samenloopregels. De Orde vraagt om uitbreidingen en/of verduidelijkingen van samenloopregels.

De Orde is van mening dat voor de nieuwe verliesverrekeningsmaatregelen een uitzondering moet worden gemaakt voor aanloopverliezen. De Orde stelt voor om volledige verrekening van de belastbare winst van een lichaam in een jaar toe te staan, voor zover de verliezen die verrekend worden met deze belastbare winst, zijn ontstaan gedurende de eerste zes jaren na de aanvang van het starten van de desbetreffende activiteit door het betreffende lichaam.

Baangerelateerde Investeringskorting

De NOB signaleert een onbedoelde brede werking van de Baangerelateerde Investeringskorting, zoals voorgesteld in de tweede nota van wijziging bij het Belastingplan 2021. Investeringen die tot buitenlands ondernemingsvermogen behoren, kunnen in een aantal situaties ook in aanmerking komen voor de BIK. Dit gaat ten koste van de Nederlandse loonbelastingafdracht, terwijl de investering ten goede komt van het buitenland. De Orde adviseert om de baangerelateerde investeringskorting te beperken tot bedrijfsmiddelen die tot Nederlands ondernemingsvermogen behoren, zodat zowel de BIK als de inkomsten die voortvloeien uit de bedrijfsmiddelen onderworpen zijn aan Nederlandse IB/Vpb. De Orde adviseert om de Europese Commissie de vraag voor te leggen of sprake is van een gerechtvaardigde steunmaatregel.

De Orde constateert dat de voorgestelde regeling niet voorziet in een desinvesteringsregeling. Ook vraagt de Orde of haar conclusie juist is dat de afdrachtvermindering tot de totaalwinst behoort en daarmee direct wordt belast met vennootschaps- respectievelijk inkomstenbelasting. Het effect hiervan is namelijk dat direct een deel van het voordeel wordt afgeroomd door de heffing van vennootschaps- of inkomstenbelasting.

Lees het gehele commentaar op de verliesverrekening.

Lees het gehele commentaar op de Baangerelateerde Investeringskorting.

Bron: NOB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Loonbelasting, Vennootschapsbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2020

21

Gerelateerde artikelen