
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs reageert via de internetconsultatie op het kabinetsvoornemen om vanaf 2021 een belasting op luchtvaart te introduceren. Het heeft de Orde verbaasd dat het kabinet na de afschaffing van de vliegbelasting in 2009 voornemens is om opnieuw een belasting op luchtvaart te introduceren.
Met name de ticketbelasting (spoor 3) toont veel overeenkomsten met de eerdere vliegbelasting, waar de zichtbare koppeling met de ticketprijs een van de bezwaren was die heeft geleid tot de snelle afschaffing ervan. Een andere belangrijke reden voor de afschaffing van de vliegbelasting was de opname van luchtvaart in het EU ETS vanaf 2012. Een herintroductie van deze belasting duidt voor de luchtvaartbranche niet op stabiel overheidsbeleid.
De Orde steunt de ambitie van het kabinet om de emissies van de luchtvaartsector te reduceren, maar vraagt zich af of dit beoogde doel vanuit nationaal beleid niet beter kan worden bereikt door verbetering van de al bestaande instrumenten. De Orde is in het algemeen geen voorstander van de introductie van weer een nieuwe belasting. Elke belasting, hoe klein ook, leidt immers tot additionele compliance-kosten bij de belastingplichtige en tot extra handhavingskosten bij de (toch al overbelaste) Belastingdienst. De introductie van een nieuwe belasting voor deze relatief kleine vergroeningsmaatregel draagt daarnaast niet bij aan de vereenvoudiging van het Nederlandse belastingstelsel. Uit het consultatiedocument blijkt de Orde niet dat andere, niet-fiscale mogelijkheden zijn overwogen en waarom die niet effectief zouden zijn. De Orde beveelt daarom aan eerst andere, niet-fiscale mogelijkheden te onderzoeken om de doelstelling te realiseren. De Orde denkt hierbij bijvoorbeeld aan een regulering van de uitstoot van vliegtuigen op een wijze zoals ook bij auto’s inmiddels gebeurt. Mocht het fiscale instrument toch noodzakelijk zijn, dan geeft de Orde in overweging om, indien mogelijk, aan te sluiten bij een reeds bestaande belasting. Voordeel daarvan is dat die bekend is bij belastingplichtigen én de Belastingdienst en de Belastingdienst die eenvoudiger in haar bestaande systemen kan inpassen.
Lees de hele reactie van de NOB.
Bron: NOB
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Milieuheffingen