De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) zet grote vraagtekens bij de keuze voor een minimumkapitaalregel voor banken en verzekeraars. Deze minimumkapitaalregel beperkt, kort gezegd, de fiscale renteaftrek als er sprake is van een teveel aan vreemd vermogen.
Eerder vroeg de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs zich al af waarom de in een consultatievoorstel voorgestelde minimumkapitaalregel noodzakelijk is naast het afschaffen van de renteaftrek op basis van art. 29a Wet VPB 1969 (fiscale behandeling van aanvullend tier 1-kapitaal).
De voorstellen van het kabinet voor een minimumkapitaalregel dragen niet bij aan een gelijk speelveld binnen de Europese Bankenunie en zetten Nederlandse banken verder op achterstand, zo vindt de NVB. Vanwege de te verwachten effecten op de concurrentiepositie en bijvoorbeeld doorwerking naar dienstverlening zoals kredietverlening vindt de NVB het noodzakelijk dat het kabinet de gehele fiscale behandeling van Nederlandse banken in haar afweging betrekt. Daarbij zou goed moeten worden gekeken naar de optelsom van de bankenbelasting, de afschaffing van de aftrekbaarheid van zogenoemde AT1-instrumenten en de voorgestelde minimum kapitaalregel.
De NVB is verder van mening dat er bij de verdere vormgeving van een minimumkapitaalregel wordt nagedacht over een limiet in de rente-aftrekbeperking aangezien een stijgende rente tot een onevenredige stijging van effectieve belastingdruk kan leiden voor banken. In het geval van bijvoorbeeld een verdubbeling van de rente leidt dit tot een verdubbeling van de rente-aftrekbeperking die niet wordt ondervangen door een evenredige daling van de vennootschapsbelastinglast als gevolg van de tariefsverlaging.
De volledige consultatiereactie van de NVB staat op de website van de bankenvereniging.
Bron: NVB
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Vennootschapsbelasting