"Op het gebied van winstbelastingheffing kunnen we nationaal en op Europees/internationaal niveau grote stappen zetten", zegt Loes van Hulten, winnaar van de Stevensprijs 2021. "Bij belastingheffing wordt doorgaans gekeken naar iedere afzonderlijke juridische entiteit. Dat leidt tot dubbele belastingheffing en biedt mogelijkheden voor belastingontwijking. We moeten kijken naar alternatieven en een grote omschakeling maken. Aan de discussie daarover wil ik graag een bijdrage leveren."

Waarom ging je fiscale economie studeren?
"In zekere zin was dat willekeurig. Ik ging naar een open dag van Maastricht University. De combinatie van rechten en economie leek me leuk. Ik vroeg aan een van mijn broers of hij fiscale economie bij mij vond passen. Volgens hem was dat zo. Pas later kwam ik erachter dat hij op dat moment zelf fiscaal recht studeerde. Ik wist dat hij rechten studeerde, niet welke keuze hij had gemaakt. Intussen zitten we volledig in hetzelfde werkveld. Op professioneel vlak komen we elkaar regelmatig tegen. Dat is heel leuk."

Je ging ook naar Finland. Hoe kwam je daartoe?
"Ik wilde graag naar het buitenland tijdens mijn studie, maar in mijn opleiding kon dat eigenlijk niet. Daarom mocht ik pas kiezen als alle andere studenten al een plek hadden. Zo kwam ik in Finland terecht. Dat was een superleuke bestemming. Qua opleiding ben ik er niet veel mee opgeschoten, maar ik had een leuke tijd. Ik ging onder andere ijsvissen, langlaufen en snowboarden."

Koos je bewust voor werken bij Deloitte en aan de universiteit?
"Ik ben in april 2012 al bij Deloitte begonnen als werkstudent. Toen ik fulltime ging werken, bleef ik bij Deloitte. Ik begon met een traineeship, dan werk je op verschillende afdelingen. Toen wist ik al dat ik het liefst aan de slag wilde bij het Wetenschappelijk Bureau. Daar heb je een leuke mix aan werkzaamheden. We richten ons echt op de vaktechniek. We kijken met collega’s naar vraagstukken waar zij zelf niet uit komen, we geven cursussen, we doen procesvoering en schrijven opinies.

Daarnaast word ik gestimuleerd om annotaties en artikelen te schrijven. Het is allemaal inhoudelijk en heel afwisselend. Maar ik had ook de ambitie om les te geven. Als kind wilde ik op de basisschool lesgeven, later op de middelbare school en toen ik zelf aan de universiteit studeerde, leek het me leuk om daar les te geven. Ik denk dat dat komt omdat mijn moeder docent was, eerst op een basisschool en later op een HBO-opleiding. Doordat ik altijd heb uitgesproken dat werken op een universiteit mijn ambitie was, werd ik geattendeerd op een vacature bij de Erasmus Universiteit."

Je werkte aan je proefschrift en kreeg intussen een baby. Was dat lastig?
"Ik wilde niet mijn persoonlijk leven stopzetten voor mijn proefschrift. In het begin kreeg ik van de universiteit een dag per week, later mocht ik deels in Deloitte-tijd aan mijn proefschrift werken. Die dagen spaarde ik op en dan ging ik eens in de zoveel tijd vijf dagen achtereen naar mijn ouders om aan mijn proefschrift te werken. Toen mijn dochter klein was en veel sliep, was het coronatijd. Dat was een nare tijd, maar voor mijn proefschrift was het goed. We konden nergens heen, dus in de weekenden werkte ik aan mijn proefschrift. Toen ik al heel ver was, heb ik bij Deloitte en op de universiteit aangegeven dat ik een paar maanden nodig had om me helemaal op mijn proefschrift te richten. Gelukkig was dat mogelijk. In de waan van de dag ben je met zoveel andere dingen bezig. Mijn agenda helemaal leegmaken was voor mij de oplossing."

Waar gaat je proefschrift over?
"In de kern gaat het over een groepsbenadering. Rechtspersonen zijn doorgaans geen volledig op zichzelf staande entiteiten, maar maken deel uit van een grotere economisch eenheid. Er is vaak sprake van een bepaalde verbondenheid met andere rechtspersonen.

Voor belastingverdragen gebaseerd op het OESO-modelverdrag geldt als uitgangspunt dat voor verdragstoepassing naar iedere afzonderlijke juridische entiteit moet worden gekeken (per-entiteit-benadering). In verdragsverhoudingen wordt slechts bij uitzondering afgeweken van het principe dat entiteiten in een groep als afzonderlijke entiteiten moeten worden behandeld. Deze benadering sluit niet aan bij de economische realiteit en past niet in de internationaal georiënteerde wereld. Het leidt tot dubbele belastingheffing en biedt mogelijkheden voor belastingontwijking. Er zijn – zowel op nationaal als op verdragsniveau – verschillende regels ingevoerd met als doel het oplossen van dit probleem. De juridische entiteit is echter nog steeds het uitgangspunt voor deze wijzigingen en zogenaamde oplossingen. Deze aanpak heeft geleid tot een ingewikkeld en gefragmenteerd systeem.

Mijn proefschrift gaat over de vraag of de per-entiteit-benadering vervangen moet worden door een groepsbenadering. In mijn proefschrift richtte ik me specifiek op de rol van belastingverdragen daarin. Die keuze was snel gemaakt. Ik heb belastingverdragen altijd intrigerend gevonden, vanaf het eerste vak dat ik erover had. Dat is zo’n andere dynamiek dan nationale wetgeving. Het is fascinerend om te bedenken hoe landen jaren geleden al met elkaar gingen overleggen en hun eigen puntenlijstje meebrachten."

Hoe zie je het fiscale landschap en je eigen rol daarin?
"Dan denk ik aan het onderwerp van mijn proefschrift. Op het gebied van winstbelastingheffing kunnen we nationaal en op Europees/internationaal niveau grote stappen zetten. Kijken naar afzonderlijke entiteiten heeft zoveel nadelen. Multinationals hebben allerlei mogelijkheden voor belastingontwijking en lopen tegelijkertijd tegen dubbele heffing aan. In de kern komt dat doordat we aansluiten bij de juridische entiteit. We moeten kijken naar alternatieven en een grote omschakeling maken. Aan die discussie wil ik graag een bijdrage leveren."

Waar ben je trots op als je naar loopbaan kijkt?
"Ik ben heel blij dat ik mijn proefschrift heb kunnen afronden en verdedigen. Daar waren veel mensen bij, het was een feest. Ik kan me nog steeds nauwelijks voorstellen dat het af is. Het heeft zoveel jaren in mijn hoofd gezeten. Ik ben gepromoveerd, ik mag me doctor noemen, dat is nog een beetje onwerkelijk. En ik vind het superleuk dat ik de Stevensprijs heb gewonnen. Ik vond het al bijzonder om genomineerd te zijn. De Stevensprijs is een waardering voor de artikelen die je schrijft. De prijs maakt dat ik daar nog verder in wil groeien. Ik houd ervan om me helemaal in een onderwerp te storten. Het fijne is dat ik nu meer vrijheid heb in mijn onderwerpkeuze. De afgelopen jaren probeerde ik artikelen te schrijven die in het verlengde lagen van mijn proefschrift. Nu kan ik weer breder kiezen."

Hoe zie je de rol van de uitgever?
"Ik vind het belangrijk dat er ook gepubliceerd wordt over onderwerpen die over het algemeen onderbelicht blijven. Voor sommige onderwerpen in de fiscaliteit is veel aandacht, terwijl voor andere onderwerpen weinig fiscale aandacht is, bijvoorbeeld toeslagen. De meeste fiscale publicaties gaan over een relatief beperkt aantal onderwerpen, denk bijvoorbeeld aan de vennootschapsbelasting en btw. Ik maak me daar zelf ook schuldig aan. Ik vind het mooi als een uitgever mensen vraagt om juist over niche onderwerpen te schrijven."

Wat zijn je ambities?
"Uiteindelijk wil ik graag professor worden, dat is mijn grootste ambitie. Dat is een mooie positie. Dan kun je nieuwe generaties met enthousiasme laten kennismaken met het vak. En je hebt de mogelijkheid om internationaal bij universiteiten aan de slag te gaan, bijvoorbeeld als gasthoogleraar. Om dat te bereiken moet je hard werken, veel publiceren en ook een beetje geluk hebben, denk ik. Er moet op het goede moment een plek vrij zijn.

Overigens denk ik dat een mix tussen universiteit en praktijk voor mij het mooist is. Op beide plekken word je op een andere manier inhoudelijk uitgedaagd. Bij Deloitte kom ik ingewikkelde praktijkcasussen tegen die ik zelf nooit had kunnen bedenken. Ik weet dat het voor sommige mensen een punt is als hoogleraren bij kantoren werken, maar ik voel me nooit beperkt in de dingen die ik zeg of schrijf. Ik kan me altijd inleven in verschillende standpunten en ik wil in discussies alle voor- en tegenargumenten benoemen. Ik denk dat ik vrij genuanceerd ben."

Wat maakt jou een goede fiscaal econoom?
"Vooral dat ik heel enthousiast ben over mijn werk. Als ik lastige vraagstukken voorgeschoteld krijg, heb ik zin om erin te duiken en ze op te lossen. Ik denk dat ik heel perfectionistisch ben. Alle informatie die over een onderwerp beschikbaar is wil ik gebruiken om tot een uitgebreide analyse te komen."

Wat is jouw favoriete arrest van de Hoge Raad?
"Het Drielandenpuntarrest uit 2001. Dat gaat over een vennootschap die naar Nederlands recht opgericht is, maar feitelijk geleid wordt vanuit de Nederlandse Antillen. De vennootschap keert dividend uit aan aandeelhouders in België. De vraag is of Nederland dividendbelasting mag inhouden op deze dividenduitkeringen. Dat mag niet, stelt de Hoge Raad. Het is een arrest op mijn lievelingsgebied; het gaat over belastingverdragen. Het arrest is intrigerend. De Hoge Raad geeft duidelijkheid, maar laat in zijn analyse ook iets open en de casus is heel technisch. Dat zijn allemaal aspecten die mij aanspreken."

Bron: Tekst: Wilma van Hoeflaken -- Fotografie: Berly Damman

Informatiesoort: Nieuws, Interviews, Young Professionals

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

588

Gerelateerde artikelen