Door de invoering van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) hebben payrollbedrijven het zwaar. Werkgevers stappen over op uitzendkrachten, een effect waar de Raad van State al voor heeft gewaarschuwd.

In de jaren na de kredietcrisis kozen werkgevers steeds vaker voor payrolling. Hiermee werden de verplichtingen van het werkgeverschap uit handen gegeven door de personeelsadministratie uit te besteden. Payrollwerknemers kregen niet altijd dezelfde beloning, rechten en pensioen als vast personeel, ook al deden ze hetzelfde werk.

De op 1 januari 2020 ingevoerde WAB moest een eind maken aan deze ongelijkheid. Werkgevers werden gestimuleerd om payrollwerknemers hetzelfde te belonen als de vaste werknemers of ze alsnog in vaste dienst te nemen. Payrollwerknemers hebben hierdoor met ingang van 2020 een betere rechtspositie en betere arbeidsvoorwaarden dan uitzendkrachten en andere flexwerkers. In 2021 komt daar nog eens een pensioen bij dat gelijkwaardig moet zijn aan dat van de vaste werknemers.

Door de invoering van de WAB zijn werkgevers naar alternatieven gaan kijken voor flexibele en goedkopere arbeidskrachten. Arbeidsrechtadvocaten en payrollbedrijven zien dat ook, staat in een artikel in het FD. Directeur Edwin Schaap van payrollbedrijf Payper zegt tegen het FD: 'sommige van mijn klanten gingen werken met zzp'ers, anderen namen mensen in dienst, maar de meesten stapten over naar een “uitzendbureau”’. Van de 5000 werknemers die via het bedrijf werkten, is de helft nog over.

Een evaluatie met harde cijfermatige onderbouwing van de effecten van de WAB voor payrollwerknemers en -bedrijven is moeilijk. De wet wordt pas na vijf jaar geëvalueerd. Door de 'grote en abrupte gevolgen' van het coronavirus voor de arbeidsmarkt is het 'mogelijk lastig' om die goed in beeld te krijgen, schreef minister Wouter Koolmees in de zomer van 2020 aan de Tweede Kamer.

Bron: FD

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Sociale zekerheid algemeen

4

Gerelateerde artikelen