De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel Participatiewet in balans (36582). In het wetsvoorstel staan ruim 20 maatregelen die uitvoeringsprofessionals meer ruimte geven om mensen goed te ondersteunen. Het is een eerste stap op weg naar een fundamentele herziening van de Participatiewet.  

Het kabinet wil een begrijpelijke wet die werkt voor mensen, vanuit vertrouwen en met oog voor de menselijke maat. Met als doel dat meer mensen vanuit de Participatiewet sneller aan het werk kunnen gaan of op een andere manier kunnen meedoen in de maatschappij.

Stimuleren van werk

De maatregelen zijn onder andere gericht op het aantrekkelijker maken van werk naast een uitkering. Zoals het uniformeren van de bijverdiengrenzen als mensen gaan werken naast de uitkering. En het bufferbudget, waardoor schommelingen door wisselende inkomsten uit werk kunnen worden opgevangen. Daardoor krijgen mensen meer financiële zekerheid als ze naast hun uitkering aan het werk gaan. Ook wordt het eenvoudiger voor mensen om een bijstandsuitkering aan te vragen.

Taaleis

De taaleis blijft bestaan in de Participatiewet. Staatssecretaris Nobel vindt het belangrijk dat gemeenten inzetten op het beheersen van de Nederlandse taal. Dit vergroot de kansen op werk. Gemeenten krijgen vanaf 2027 extra middelen voor het aanbieden van taalonderwijs. Dit staat in de voorjaarsnota van het kabinet. De focus ligt hierbij op nieuwe instroom en bijstandsgerechtigden die baat hebben bij een taalaanbod.

Invoering in stappen

Gemeenten krijgen de ruimte om het wetsvoorstel Participatiewet in balans in stappen in te voeren. Het kabinet kijkt samen met onder meer de Vereniging van Nederlandse Gemeenten naar de termijn van invoering per maatregel. De inzet is dat de eerste maatregelen per 1 januari 2026 in kunnen gaan. Dit is mede afhankelijk van de behandeling van de wet door de Eerste Kamer.

Aangenomen amendementen

Verder heeft de Tweede Kamer de volgende amendementen aangenomen:

  • Amendement van het lid Ceder over een evaluatiebepaling binnen 3 jaar;
  • Amendement van het lid Ceder c.s. over het codificeren van de geldende jurisprudentie bij dringende redenen;
  • Gewijzigd amendement van de leden Lahlah en Van Kent over de mogelijkheid om de individuele inkomenstoeslag ambtshalve of op aanvraag te verlenen;
  • Amendement van het lid Flach over een uitzondering op de kostendelersnorm wanneer sprake is van tijdelijke bijzondere individuele omstandigheden;
  • Amendement van het lid Flach over een tijdelijk hoofdverblijf elders in situaties van tijdelijke mantelzorg;
  • Amendement van het lid De Kort over dat de premie arbeidsinschakeling ook beschikbaar wordt voor jongeren onder de leeftijd van 27 jaar;
  • Gewijzigd amendement van het lid Inge van Dijk over dat bij AMvB kan worden bepaald wanneer de uitkeringen moeten worden uitbetaald;
  • Amendement van het lid Ceder c.s. over dat bijdragen van een voedselbank niet van invloed zijn op de hoogte van de bijstandsuitkering.

Bron: Rijksoverheid

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Sociale zekerheid algemeen

272

Gerelateerde artikelen