Minister Asscher heeft op 9 februari 2016 het Wetsvoorstel arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie aan de Tweede Kamer gezonden. Met het voorstel worden de afspraken uit de handhavingsrichtlijn rondom arbeidsvoorwaarden van gedetacheerde werknemers en de administratieve verplichtingen in de Nederlandse wet geïmplementeerd.
Het wetsvoorstel heeft als doel het implementeren van de handhavingsrichtlijn (2014/67/EU) in de Nederlandse wetgeving. Doel van de richtlijn is het beschermen van gedetacheerde werknemers en het voorkomen van de zogenoemde ‘sociale dumping'. Zo is bijvoorbeeld vastgesteld op welke minimumarbeidsvoorwaarden (‘harde kern') gedetacheerde werknemers recht hebben en zal een meldplicht worden ingevoerd voor grensoverschrijdende dienstverlening in Nederland. Verder is er in het voorstel vastgelegd welke documentatie werkgevers beschikbaar moeten hebben indien zij buitenlandse werknemers in Nederland tewerkstellen. Onduidelijk is nog wanneer de exacte ingangsdatum van het wetsvoorstel is. Echter, de minister heeft te kennen gegeven dat de handhavingsrichtlijn uiterlijk op 18 juni 2016 dient te zijn geïmplementeerd.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Harde kern arbeidsvoorwaarden
Gedetacheerde werknemers hebben recht op toepassing van de zogenaamde harde kern van arbeidsvoorwaarden. Onder deze ‘harde kern' arbeidsvoorwaarden vallen naast de regels over gelijke behandeling en arbeidsomstandigheden, onder meer bepalingen op het gebied van minimumlonen inclusief overwerkvergoedingen en minimum vakantiebijslag, vakantieregelingen en arbeidstijden. Het wetsvoorstel legt deze voorwaarden expliciet vast in de Wet AVV. Zo is bijvoorbeeld opgenomen welke bestanddelen tot het minimumloon behoren en wordt aangegeven dat bepaalde vergoedingen voor het maken van kosten in verband met het werken buiten het land van herkomst zoals reiskosten, exra kosten voor voeding, dubbele huisvesting bovenop het minimumloon moet worden vergoed. Daarnaast zullen bedrijven die onder een algemeen verbindend verklaarde CAO vallen minimaal het geldende CAO-loon moeten betalen, inclusief zaken als de toepasselijke arbeidsduurverkorting, toeslagen voor onder meer overwerk, onregelmatige diensten, kostenvergoedingen, eindejaarsuitkeringen en extra vergoedingen in verband met vakantie. Deze voorwaarden zullen via een website beschikbaar gesteld moeten worden aan (buitenlandse) dienstverrichters.
Meldplicht en verificatieplicht
De meldplicht houdt in dat de dienstverrichter verplicht is om vóór de aanvang van de werkzaamheden informatie aan te leveren over welke werkzaamheden zullen worden verricht, met welke personen en in welke periode de werkzaamheden worden verricht. Daarnaast wordt de dienstverrichter verplicht om tijdens de werkzaamheden documenten op de werkplek beschikbaar te hebben, zoals identiteitsbewijzen, loonstroken, arbeidsvoorwaarden en detacheringsverklaringen. Ook dient de dienstverrichter een contactpersoon op te geven waarmee de handhavende bevoegde instantie contact kan opnemen bij vragen en onduidelijkheden.
Er ontstaat voor de ontvanger van de diensten een verplichting om de melding te verifiëren. De ontvanger dient voor de aanvang van de werkzaamheden te controleren of er aan de meldplicht is voldaan en of de personen die de dienst komen verrichten overeenkomen met de bij de melding opgegeven personen. Indien u als ontvanger melding heeft gemaakt van ontbrekende of onjuiste melding bent u gevrijwaard van sancties en mag u wel de dienst laten uitvoeren.
Om de administratieve lasten laag te houden kan zowel de melding als de verificatie van de melding digitaal gedaan worden. Ook de documentatieplicht tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden mag digitaal of schriftelijk worden uitgevoerd.
Verhouding met de Wet arbeid vreemdelingen
Voorgesteld is om de meldplicht te harmoniseren met de reeds bestaande meldplicht voor derdelanders in dienst voor wie geen tewerkstellingsvergunning is vereist (op grond van artikel 2a Wav). Hierdoor zal er één heldere meldingsplicht ontstaan voor dienstverrichters, ongeacht het land van herkomst van de werknemer.
Boetebeleid
Het niet nakomen van de meldplicht zal worden gesanctioneerd met een bestuurlijke boete, van maximaal EUR 20.250. Naast de dienstverrichter kan ook de dienstontvanger beboet worden als er niet aan de verplichtingen zijn voldaan.
Op wie van toepassing?
Bovenstaand wetsvoorstel zal met name van toepassing zijn op de werkzaamheden van werknemers in de volgende situaties:
- Werknemers die onder leiding en toezicht van een buitenlandse werkgever in Nederland werken;
- Werknemers die van een buitenlands concernonderdeel worden uitgeleend aan een Nederlands concernonderdeel om in Nederland te werken;
- Werknemers die worden gedetacheerd door buitenlandse uitzendbureaus om in Nederland te werken.
Het kabinet heeft besloten om enkele van de verplichtingen voortvloeiend uit het wetsvoorstel ook van toepassing te laten zijn op zelfstandigen, ook al vallen zij buiten het bereik van de richtlijn. Zo zullen ook een meld- en documentatieplicht krijgen.
Bepaalde werkzaamheden en groepen werknemers zijn uitgesloten van de wetgeving. Zo is er een uitzondering voor zeevarend personeel van koopvaardijondernemingen en cabotage-activiteiten, of indien tussen de ontvanger en de dienstverlener geen overeenkomst is. Tot slot zijn er versoepelde maatregelen aangekondigd voor kleine dienstverrichters in de grensregio's (eenmalige meldplicht voor een heel jaar).
Bron: PwC
0