Het wetsvoorstel dat de basis vormt voor modernisering van de rechtspraak, dat gisteren naar de Tweede Kamer is gestuurd, wordt inhoudelijk onderschreven door de Raad van State. Maar de Raad plaatst in zijn wetgevingsadvies wel kanttekeningen bij de manier waarop die vernieuwing tot stand wordt gebracht en wijst ook op, onder meer, financiële consequenties.
Snel en eenvoudig
De moderniseringsoperatie heeft tot doel gerechtelijke procedures eenvoudiger, begrijpelijker, sneller en digitaal toegankelijk te maken. Zo komt er één eenvoudige basisprocedure in het civiele recht en bestuursrecht, die via de computer gestart en gevolgd kan worden. Professionele partijen worden verplicht om digitaal te procederen. Om problemen daarbij te voorkomen, wordt de modernisering stukje bij beetje uitgeprobeerd en ingevoerd.
Ontkoppelen
De Raad van Sate vraagt zich af waarom de inhoudelijke vernieuwing van de rechtspraak gekoppeld is aan verplicht digitaal procederen. Daarmee wordt het succes van de rechtspraakhervorming afhankelijk van een geslaagde automatisering. En of die goed verloopt, is volgens de Raad van State nog maar de vraag. Problemen kunnen misschien worden ondervangen door een gefaseerde invoering, maar die kan ook zorgen voor onoverzichtelijke toestanden, doordat oude en nieuwe procedures naast elkaar blijven bestaan. De Raad van State adviseert daarom de vereenvoudiging van het procesrecht en de digitalisering van de rechtspraak los te koppelen.
Financiële dekking
De Raad van State wijst er ook op dat de herziening van werkprocessen en de digitalisering ‘aanzienlijke investeringen' van de gerechten vraagt. Hoe hoog de kosten zijn en wie daarvoor opdraait, is nog niet bekend. De Raad adviseert het wetsvoorstel te voorzien van ‘een adequate beschrijving' van de financiële gevolgen en de daarvoor noodzakelijke dekking.
Bron: de Rechtspraak
0