De Rechtspraak als organisatie moet een evenwicht vinden tussen het briljante, het efficiënte en het relevante vonnis. De bestuurlijke zorg voor kwantitatieve aspecten als prijs, het aantal zaken en de doorlooptijden moet vooral de waarborging van legitimiteit en onafhankelijkheid van de rechtspraak dienen.
Dat staat in het vandaag verschenen  rapport ‘Governance in de rechtspraak'. De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) maakte dit rapport in opdracht van de Raad voor de rechtspraak. Aanleiding was het manifest van raadsheren in de december 2012, die waarschuwden dat de kwaliteit van rechtspraak onder druk stond, onder meer door de sturing van gerechtsbestuurders en Raad voor de rechtspraak op productiecijfers. Tijdens een rondgang door het land van de leden van de Raad voor de rechtspraak, bleek bij veel medewerkers geen eenduidig beeld te bestaan van de verantwoordelijkheden van de diverse gremia in de rechtspraak (Raad voor de rechtspraak, gerechtsbestuurders, landelijke overlegorganen). 

Verandering

Het rapport schetst dat de sturing van de Rechtspraak de laatste 25 jaar permanent aan verandering onderhevig is geweest, samenhangend met professionalisering, waardoor er steeds meer sprake is van hiërarchische, beheersmatige arrangementen. Hierin is de rechtspraak overigens niet uniek: ook bij universiteiten en ziekenhuizen is deze ontwikkeling gaande. Bijzonder aan de Rechtspraak is wel dat de Raad voor de rechtspraak, die de belangen van de gerechten bij het landsbestuur behartigt, pas sinds 2002 bestaat. 

Drie beelden 

De verschillende opvattingen over hoe de Rechtspraakorganisatie zou moeten worden bestuurd, zijn volgens de NSOB-onderzoekers te herleiden tot drie beelden van rechtspraak als professie. Zo is er het briljante vonnis, de juridische voortreffelijkheid als kernwaarde die de juridische wereld aanhangt. In de tweede plaats is er het relevante vonnis, dat de maatschappij verwacht. En ten derde is er het efficiënte vonnis, dat managers willen. De onderzoekers stellen dat het briljante vonnis niet meer dominant is – en in een organisatie van professionals stuit dat op weerstand. Het rapport bevat negen aanbevelingen, die vooral als een uitnodiging tot discussie zijn bedoeld. De onderzoekers: "Sturing in en van een instelling als de Rechtspraak zou de vorm moeten hebben van een rijke conversatie, die plaatsvindt in alle geledingen van de organisatie, en die neerslaat in de manier waarop professionals, functies en processen op elkaar ingrijpen."

‘Goed rapport'

Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, spreekt van een "goed rapport, dat laat zien dat de Rechtspraak een organisatie is waar je niet zomaar een management- of besturingsmodel op kunt loslaten. Ik voel me aangesproken door de oproep het gesprek aan te gaan rond het briljante, het efficiënte en relevante vonnis. De Raad komt binnenkort met een visie op het rapport en zal een voorzet geven wat we met de aanbevelingen kunnen doen."
 
Rapport 'Governance in de rechtspraak'
 
 

Bron: de Rechtspraak

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting

0

Gerelateerde artikelen