Het begin deze week door de Volkskrant op de voorpagina geplaatste artikel met de kop 'Ziekengeld bij flexbaan stopt na drie maanden' lijkt uit te gaan van een onjuiste voorstelling van zaken. Zelden wordt er zo snel vanuit Den Haag gereageerd op een krantenbericht, maar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakt hierop een uitzondering. Voor uitzendkrachten en mensen met een tijdelijk dienstverband blijft de maximale duur van de ziektewetuitkering twee jaar en niet drie maanden, benadrukt het ministerie.

Volgens het artikel in de Volkskrant verzetten vakbonden en werkgevers zich tegen de kabinetsplannen om in de ziektewet de ruim 1 miljoen flexwerkers nog maar drie maanden recht te geven op een uitkering, tegen twee jaar nu. Aanleiding van het artikel is het wetsvoorstel van minister Kamp tot hervorming van de Ziektewet, wat binnenkort wordt behandeld in de Eerste Kamer.

Uitkeringsduur maximaal twee jaar

Het ministerie legt in een nieuwsbericht uit wat precies in het wetsvoorstel is vastgelegd over de maximaal duur van de ziektewetuitkering voor uitzendkrachten en mensen met een tijdelijk dienstverband. Allereerst krijgen flexwerkers de eerste drie maanden een uitkering van 70% van het laatstverdiende loon, oftewel een loongerelateerde uitkering. Deze periode wordt verlengd op grond van het opgebouwde arbeidsverleden van de zieke flexwerker. Elk jaar arbeidsverleden leidt tot een verlenging van de loongerelateerde uitkering met een maand. De duur van deze loongerelateerde fase bedraagt maximaal 2 jaar.
 
Bij een kortere  loongerelateerde uitkeringsperiode volgt daarna een ziektewetuitkering van 70% van het wettelijk minimumloon. De totale duur van de loongerelateerde uitkering en de minimumuitkering bedraagt maximaal twee jaar.
 

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Sociale zekerheid ziektekosten

1

Gerelateerde artikelen