De NOB heeft commentaar gegeven op de tweede internetconsultatie Wetsvoorstellen modernisering personenvennootschappen. De NOB richt zich daarbij alleen op de fiscale wet- en regelgeving. Zo stelt de NOB vragen over de voorgestelde doorkijkbepaling in art. 2.14bis Wet IB 2001. Het is onduidelijk hoe de doorkijkbepaling zich verhoudt tot de definitie van de omgekeerde hybride lichamen in art. 2, lid 12 Wet VPB 1969. De NOB pleit op dit punt voor een verduidelijking, zodat wordt voorkomen dat het voorgestelde art. 2.14bis Wet IB 2001 de belastingplicht voor omgekeerde hybride lichamen uitholt.
Hybride mismatch
Het introduceren van rechtspersoonlijkheid kan ertoe leiden dat meer jurisdicties een openbare personenvennootschap voortaan als non-transparant kwalificeren. De NOB raadt aan te onderzoeken voor welke landen dit het geval is en daarbij in het bijzonder de EU-lidstaten en de belangrijkste handelspartners in Azië te betrekken. Dergelijke fiscale kwalificatieverschillen bij entiteiten kunnen leiden tot toepassing van de hybridemismatchmaatregelen of de maatregel voor de omgekeerde hybride. Verder vraagt de NOB aan het kabinet nogmaals te kijken naar de ruime implementatie van de belastingplichtmaatregel voor de omgekeerde hybride door Nederland.
Omzetting
De NOB stelt een aantal kritische vragen over de omzetting van een openbare personenvennootschap in bijvoorbeeld een NV of BV. Het nieuwe lid 10 van art. 14 Wet VPB 1969 introduceert een aanvullende voorwaarde waardoor de doorschuiffaciliteit alleen kan worden toegepast als alle vennoten in de (om te zetten) openbare personenvennootschap vennootschapsbelastingplichtige lichamen zijn. Dit leidt tot ongewenste situaties. Bijvoorbeeld waar een openbare personenvennootschap zowel een natuurlijke persoon als een belastingplichtig lichaam (bijv. een BV) als vennoot heeft. Bij de omzetting van die openbare personenvennootschap in een BV kan de natuurlijke persoon wel gebruik maken van de geruisloze doorschuiffaciliteit van art. 3.65 Wet IB 2001, maar de BV niet van de bedrijfsfusiefaciliteit van art. 14 Wet VPB 1969. Immers, niet alle vennoten zijn belastingplichtige lichamen en derhalve wordt niet voldaan aan de aanvullende voorwaarde.
Bronbelasting
Het toekennen van rechtspersoonlijkheid aan openbare personenvennootschappen kan ertoe leiden dat in het buitenland de kwalificatie van een Nederlandse openbare personenvennootschap verandert van transparant naar niet-transparant. Dit kan resulteren tot een hogere bronbelastingclaim op uit het buitenland ontvangen dividend, rente of royaltyinkomsten. De NOB vraagt of de wetgever hiermee rekening heeft gehouden.
Overdrachtsbelasting
Het is de bedoeling om de personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid voor de overdrachtsbelasting op een vergelijkbare wijze te behandelen als andere rechtspersonen. Dit is een helder uitgangspunt volgens de NOB. Toch levert dit een aantal vragen op. Zo vraagt de NOB om duidelijk te maken of een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid ook als vennootschap gaat kwalificeren voor de interne reorganisatievrijstelling.
Ten slotte verzoekt de NOB om in te gaan op de aanbevelingen van mevrouw Van Kempen gedaan in haar artikel in het WFR.
Bron: NOB
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingen van rechtsverkeer, Vennootschapsbelasting, Civiel recht algemeen