Een zorginstelling moet van de rechter een zieke arts alsnog ontslaan en een ontslagvergoeding van 144 duizend euro betalen. Werkgevers mogen zieke werknemers immers niet oneindig in dienst houden om daarmee het betalen van de ontslagvergoeding te ontlopen.
Dat schrijft de Volkskrant. In de eerste twee jaar ziekte zijn werkgevers verplicht het loon door te betalen en, net zoals de uitgevallen werknemer, te zoeken naar nieuw, vervangend werk. Na twee jaar volgt de keuring voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering die het UWV betaalt. Normaliter wordt de uitgevallen werknemer dan door de werkgever ontslagen, maar sinds juli 2015 moet bij ontslag de transitievergoeding betaald worden. Werkgevers proberen de uitbetaling van deze ontslagvergoeding te voorkomen door iemand oneindig in dienst te houden, een zogenoemd 'slapend dienstverband'.
De zorginstelling hield de terminaal zieke arts na twee jaar ziekteverlof nog ruim een jaar zonder salaris in dienst. Bij overlijden zou ook de ontslagvergoeding vervallen. De rechter steekt hier nu een stokje voor in de rechtszaak waarin de arts om ontslag vroeg. Daarnaast speelt volgens de rechter mee dat de zorginstelling speculeerde op het overlijden van de zieke arts.
Om die praktijk tegen te gaan, diende het vorige kabinet een reparatiewet in. Die regelt dat werkgevers de ontslagvergoeding die zij na twee jaar ziekte aan de uitgevallen werknemer betalen, bij het UWV kunnen declareren, aldus de krant.
Bron: Volkskrant
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Arbeidsrecht